WTO veroordeelt VS in beroep voor katoensubsidies

De VS hebben in beroep een aanslepend dispuut over katoensubsidies bij de Wereldhandelsorganisatie verloren. In december kregen de Amerikanen al te horen dat ze hun internationale verplichtingen de voorbije jaren niet zijn nagekomen. Kredieten en anticyclische betalingen veroorzaakten een verhoging van de Amerikaanse katoenproductie en -export, met dalende wereldmarktprijzen tot gevolg. De regering Bush is "erg ontgoocheld" over de veroordeling omdat de aanklacht achterhaald zou zijn door de gestegen katoenprijzen.

Volgens Washington werden de katoensubsidies eerder al afgestemd op de WTO-regels. "Bovendien hebben we nooit subsidies uitbetaald die rechtstreeks gelinkt waren aan de katoenproductie. De stelling dat de Amerikaanse steun een impact heeft op de katoenprijzen is dus niet correct", meent een woordvoerder van handelsvertegenwoordigster Susan Schwab.

De Amerikaanse katoensubsdies zijn één van de heikele punten in de Doha-ronde. Een groep Afrikaanse landen is ervan overtuigd dat de Amerikaanse steun aan de katoensector wel degelijk de prijzen op de wereldmarkt drukt. Ze roepen de Amerikanen op om hun handelsverstorende katoensubsidies met 82 procent af te bouwen. Dat is aanzienlijk meer dan het percentage van 66 à 73 procent waaraan de andere landbouwgewassen onderworpen worden. De VS moeten nog een tegenvoorstel formuleren, maar vanuit de zuiderse staten komt sterke druk om het been stijf te houden.

De voorbije jaren betaalde de Amerikaanse regering 2 à 4 miljard dollar handelsverstorende katoensteun. De interventiesteun is wel fors gedaald als gevolg van de hogere prijzen op de wereldmarkt. Die zijn te wijten aan een inkrimping van het wereldwijde katoenareaal en de verwachting dat de vraag naar katoen de komende jaren zal toenemen. Op de spotmarkt voor katoenfutures in New York werd in mei vorig jaar 46 cent per pond betaald. In maart steeg de prijs tot ruim 90 cent om vervolgens weer te dalen naar de huidige prijs van zo'n 65 cent.

Volgens de Amerikaanse katoenindustrie is de WTO-veroordeling "voorbijgestreefd" en "in tegenspraak met de hudige marktomstandigheden". Volgens de National Cotton Council klopt het niet dat de Amerikaanse steun "de prijzen drukt of ooit gedrukt heeft". De syndicale organisatie wijst erop dat in de nieuwe landbouwwet de drempel voor interventiesteun weer een stuk hoger is gelegd. Critici stellen dan weer dat een nieuwe subsidie voor katoenverwerkers een steunmechanisme herinvoert dat eerder onder druk van de WTO werd afgeschaft.(KS)