Voeding voortaan tweede grootste industriële sector

Ondanks de algemene zwakke conjunctuur kende de Belgische voedingsindustrie een productiegroei van 2,9 procent in 2002 en van 1 procent tijdens de eerste acht maanden van 2003. Daarmee presteert de sector niet alleen gevoelig beter dan de Belgische verwerkende industrie, maar ook beter dan de voedingsindustrie in de ons omringende landen. Met een omzet van 30 miljard euro is de voedingsindustrie overigens opgeschoven van de derde naar de tweede plaats in de rangschikking van de grootste Belgische industriële sectoren. Dat meldde Fevia woensdag ter gelegenheid van de jaarvergadering.

Sinds het vierde kwartaal van 2001 is de groei in de Belgische voedingsindustrie overgeschakeld naar een lagere versnelling. Maar in vergelijking tot andere sectoren biedt de voedingsindustrie beter het hoofd aan de huidige laagconjunctuur. "De technologische innovatie en creativiteit hebben het mogelijk gemaakt om de werkgelegenheid in de voedingsindustrie beter op peil te houden dan in de andere industriële sectoren", stelt Chris Moris, directeur-generaal van FEVIA. De officiële statistieken wijzen op een stabilisatie van de werkgelegenheid in de voedingsindustrie rond 87.000 werknemers.

Toch is er geen reden voor euforie, want de zwakke economische activiteit begint stilaan zwaar te wegen op de prijzen. Deze zijn opnieuw gedaald met 2,4 procent in de eerste acht maanden van 2003, na een daling van 0,4 procent in 2002. Op de exportmarkten bedroeg de daling zelfs 5,3 procent. Deze negatieve prijsdruk weegt rechtstreeks op de rendabiliteit en winstmarge van de voedingsbedrijven.

Toch is Fevia hoopvol gestemd, want de laatste conjunctuurenquête uitgevoerd einde september wijst erop dat de industriëlen van de sector de toekomst weer met meer vertrouwen tegemoet zien.

Breng uw stem uit: Zijn supermarkten een kans of bedreiging voor de boeren?