Vlaamse landbouw herstelde rendement in 2000

Op grote afstand volgen de collega's die de varkensteelt combineren met akkerbouw of rundvee. Ze verdienden een gemiddeld arbeidsinkomen dat schommelt tussen 35.000 en 40.000 euro. Meest bedroevend is het inkomenspeil van rundveehouders die het zonder varkens moeten stellen. Gemiddeld blijft hun inkomen onder de 18.000 euro.

Rendabiliteitsonderzoek per regio leert dat de Vlaamse landbouwers een beduidend hoger inkomen genereren dan de Waalse collega's. Meer bepaald de landbouwers in de Kempen verdienden het meest in 2001. Per arbeidskracht incasseerden ze gemiddeld 34.480 euro. Vooral regio's die veel varkens huisvesten, noteerden goede cijfers.

In de Leemstreek moest de gemiddelde landbouwer het stellen met 21.090 euro, maar dat is nog steeds heel wat meer dan zijn collega in de Ardennen en de Jura die een gemiddeld inkomen realiseerde van 17.143 euro. Enkel in de Condroz verdienen de Waalse landbouwers meer dan in de Leemstreek, de Vlaamse regio met het laagste gemiddelde arbeidsinkomen.

Uitgezonderd deze Leemstreek gingen in alle Vlaamse landbouwstreken de inkomens er in 2000 flink op vooruit. Gaande van 23 procent in de Kempen tot 36 procent in de Zandleemstreek. Belangrijk om weten is dat varkenshouders niet elk jaar tot de grootverdieners behoren. Sterke schommelingen in de productiewaarde resulteren in flinke inkomensverschillen van jaar tot jaar.

Tussen 1992 en 1996 bedroeg het arbeidsinkomen op gespecialiseerde varkensbedrijven per volwaardige arbeidskracht in het slechtste jaar 17.080 euro, in het beste 42.389. Het recordjaar van het voorbije decennium werd 1997, met arbeidsinkomens van rond de 74.360 euro per arbeidskracht.

Als gevolg van de omvangrijke varkenskoortsepidemie in Nederland, een belangrijke varkensproducent in de Europese Unie, haalden biggen en slachtvarkens halfweg dat jaar uitermate hoge prijzen. Toen de productie zich in Nederland weer herstelde, daalden de prijzen.

Het arbeidsinkomen van 1998 was nog positief tijdens de eerste jaarhelft. Nadien gingen de varkenshouderijen diep in het rood zodat er op jaarbasis amper nog een inkomen overbleef. Er werd op vele bedrijven geteerd op de reserves van '97. In 1999 was de situatie nog slechter als gevolg van de dioxinecrisis.

Op basis van zeer gunstige producentenprijzen voor biggen en vleesvarkens mag verwacht worden dat de gemiddelde varkenshouder net als in 2000 ook vorig jaar een aanzienlijk inkomen behaalde. De Boerenbond berekende enkele maanden geleden al dat het globale land- en tuinbouwinkomen in 2001 andermaal zou toenemen.

Lees ook: geVILT: "Melkvee biedt stabiel inkomen" geVILT: "Het loon van boer en tuinder" geVILT: "Vlaamse landbouweconomie in de weegschaal"