Via goede landbouwpraktijken op weg naar klimaatwinst

In de commissie Leefmilieu van het Vlaams Parlement heeft minister-president Kris Peeters de bijdrage van land- en tuinbouw aan het ontwerp van Vlaams klimaatbeleidsplan 2013-2020 toegelicht. Uit de nota blijkt dat de overheid vooral wil inzetten op sensibiliseren en voorlichten omtrent goede landbouwpraktijken, waarbij klimaat als horizontaal thema meegenomen wordt.
22 mei 2013  – Laatste update 4 april 2020 15:10

In de commissie Leefmilieu van het Vlaams Parlement heeft minister-president Kris Peeters de bijdrage van land- en tuinbouw aan het ontwerp van Vlaams klimaatbeleidsplan 2013-2020 toegelicht. Uit de nota blijkt dat de overheid vooral wil inzetten op sensibiliseren en voorlichten omtrent goede landbouwpraktijken, waarbij klimaat als horizontaal thema meegenomen wordt.

De land- en tuinbouwsector speelt een bijzondere rol in de doelstelling van het Europese energie- en klimaatpakket om tegen 2020 en ook later een belangrijke reductie in de broeikasgasemissies te bewerkstelligen. Minister-president Kris Peeters, ook bevoegd voor landbouw, legt uit wat de sector op klimaatvlak bijzonder maakt: “Enerzijds is ongeveer driekwart van de landbouwbroeikasgassen afkomstig van natuurlijke processen gerelateerd aan dier, bodem en plant. Anderzijds is land- en tuinbouw extra gevoelig voor wijzigingen in de patronen van neerslag, beschikbaar water en temperatuur.”

Voor onze regio voorspelt een studie dat positieve effecten voor plantengroei als lichtjes hogere temperaturen, meer neerslag en een hogere CO2-concentratie teniet kunnen gedaan worden door het meer frequent voorkomen van extreme weersomstandigheden van droogte en hevige neerslag. Dit vertaalt zich in periodes met een tijdelijk en plaatselijk tekort of overlast van water.

Peeters vraagt om in het achterhoofd te houden dat de Vlaamse land- en tuinbouw zijn broeikasgasuitstoot al met ongeveer een vijfde gereduceerd heeft ten opzichte van 1990. “Dit neemt uiteraard niet weg dat er grondig gekeken wordt naar nieuwe potentiële maatregelen die een verdere reductie zouden kunnen realiseren”, voegt hij daaraan toe. “De sector is bovendien van belang voor de productie van biomassa voor hernieuwbare energie (biobrandstof, groene stroom en warmte) en de decentrale productie van elektriciteit via WKK’s, biogasinstallaties en zonnepanelen.

Voor de periode 2013-2020 zet het Vlaams Klimaatplan onder meer in op onderzoek naar de processen die aan de basis liggen van de methaanemissie bij runderen, met 25 procent de belangrijkste bron van broeikasgasemissies in land- en tuinbouw. Peeters verwacht dat wetenschappers verduidelijken hoe de samenstelling van het rantsoen en de spijsvertering van het rund de methaanemissie beïnvloeden. Onderzoek is ook nodig naar de lachgasemissies ingevolge bemesting, grondbewerking en bodemprocessen.

Volgens berekeningen van de KU Leuven is de methaanuitstoot van de intensieve veehouderij zoals we die in Vlaanderen kennen (8.000 kilo melk per jaar per koe) 13 gram methaan per kilo melk, terwijl de extensieve veehouderij (600 kilo melk) in bijvoorbeeld Afrika en Zuid-Amerika zo’n 52 gram methaan per kilo melk telt. “Ook dit moeten we bij onze beoordeling mee in rekening brengen”, vindt de minister-president.

Bij de opmaak van het derde Vlaams Klimaatplan werd het middenveld betrokken, meer bepaald door de haalbaarheid van een aantal ‘goede landbouwpraktijken’ onder de loep te nemen. “Er werd geopteerd voor haalbare maatregelen die op korte en langere termijn voornamelijk inspelen op de verbetering van het duurzaam karakter van de sector. Het uitgangspunt is tevens dat ook de economische en sociale duurzaamheid van de sector gewaarborgd moet blijven.”

Volgens Peeters kunnen de goede landbouwpraktijken een significante bijdrage leveren aan het klimaat, zonder dat de landbouw op economisch vlak te veel moet inleveren. Het gaat om aanbevelenswaardige praktijken zoals een efficiënt gebruik van grondstoffen, aangepaste teelttechnieken, aandacht voor de bodemkwaliteit en het gebruik van duurzame en hernieuwbare energie. Via advisering, sensibilisering en voorlichting wil de Vlaamse overheid dit op het terrein implementeren. In januari werd daar al werk van gemaakt op landbouwbeurs Agriflanders.

Concreet gaat de aandacht verder uit naar landgebruik (zoals het behoud en goed beheer van grasland), bodembewerking en toedienen van organische stof via compost en groenbedekkers, efficiënte bemesting, stallenbouw, mestopslag en -verwerking, optimalisering van voederrantsoenen, efficiënter en duurzamer energiegebruik, betere teeltrotaties en de teelt van alternatieve eiwit- en energiegewassen, agroforestry, enz.

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek