Suikerfabrieken waarschuwen voor te laag invoertarief

Indien de suikervoorstellen van de Europese Commissie groen licht krijgen, zou een herstructurering ervoor moeten zorgen dat de bietproductie zich in de meest competitieve regio's zal concentreren. Wegens ideale klimaatomstandigheden lijkt zich voor België geen probleem te stellen. "Dat is slechts schijn", waarschuwt Marc Rosiers, directeur-generaal van Subel. "De fabrieken zullen hun suiker moeten uitvoeren naar Europese landen waar de productie wegvalt. Maar door de dalende invoertarieven dreigen we daar van de markt geveegd te worden".

In een straal van 250 kilometer rond Brussel bestaat een productiecapaciteit van 4 miljoen ton suiker. Die capaciteit zou ook na de suikerhervorming blijven bestaan omdat in dit gebied de hoogste opbrengsten geoogst worden. De consumptie daarentegen bedraagt slechts 2,5 miljoen ton. Dat betekent dat een productieoverschot van anderhalf miljoen ton moet kunnen afgezet worden in Europese landen waar de bietproductie fors zal inkrimpen.

"De WTO-onderhandelingen over de invoertarieven zullen bepalen of de uitvoer naar die EU-landen in de toekomst nog wel mogelijk zal zijn", zegt Rosiers. "Indien het huidige voorstel van de G20 als uitgangspunt voor een akkoord wordt genomen, zullen transportkosten ervoor zorgen dat Belgische bietsuiker duurder wordt dan de invoer van niet-preferentiële witte en ruwe suiker. In dat geval zal de productiecapaciteit ook in ons land fors moeten ingekrompen worden".

Maandagvoormiddag heeft Subel deze bezorgdheid aangekaart bij eurocommissaris Mariann Fischer Boel. "Omdat de tijd stilaan begint te dringen, hopen we de Commissie nog minstens een reactie te ontlokken over dit concrete knelpunt", aldus Rosiers.