"Speculatie landbouwgrondstoffen nog niet in zeepbel"
nieuwsHoe is de voedselcrisis kunnen ontstaan? Gino Delaere: We kunnen de situatie vandaag het best vergelijken met die in de jaren zestig. Toen werd ook gevreesd voor een gebrek aan voedsel voor grote delen van de bevolking. Er kwam destijds gelukkig een reactie in de zin van massale investeringen in landbouwresearch en -infrastructuur. De landbouwproductiviteit steeg enorm door het gebruik van betere irrigatie, meststoffen, pesticiden en een betere kwaliteit van zaden. In de daaropvolgende jaren leidde dat echter tot een situatie waarin we allemaal in slaap gewiegd werden door de grote beschikbare voedselvoorraden - denk maar aan de boterbergen en melkplassen - met vele jaren van 'cheap and abundant food'. We zagen op de duur de noodzaak niet meer in om te blijven investeren in productiviteit, omdat er toch voldoende voedsel voorradig was en de prijzen bijgevolg steeds lager gingen. 'Vandaag is de cirkel rond en wordt opnieuw gevreesd voor een stijgend deel van de bevolking dat zich steeds minder voedsel kan permitteren. De terugval in de productiviteitsgroei de voorbije jaren viel dit keer samen met een sterk stijgende vraag. Vandaar dat de productiviteit ook nu dringend terug omhoog moet.
Wat is de belangrijkste motor achter de hausse: de grote vraag of het te lage aanbod? Mocht de schaarste veroorzaakt zijn door een te laag aanbod dan zou je dat met de volgende oogst ombuigen. Maar dat is niet het geval: de schaarste is vraaggedreven. We hebben met een structureel nieuw gegeven te maken. De nieuwe vraagdynamiek zal niet wegvallen met een goede oogst. Integendeel, ze neemt toe.
De Zwitserse privaatbankier LODH wil geen beleggingsproducten meer enten op voedselprijzen omdat die zouden bijdragen tot duurder voedsel en bijgevolg tot honger in de wereld. Wat vindt u van dat standpunt? LODH wil niet langer futures, trackers of opties op landbouwgrondstoffen verhandelen vanwege het zogenaamde onethische aspect. Bij Petercam hebben we zeer duidelijk bij de lancering van ons Agrivalue-fonds gestipuleerd dat wij niet in afgeleide producten op landbouwgrondstoffen investeren, maar enkel in aandelen. Vergeet niet dat iemand die belegt in grondstoffenfutures, continu hogere landbouwprijzen nodig heeft om op langere termijn een aantrekkelijk rendement te realiseren. Wij opteren - los van het ethische aspect - sowieso voor aandelen die goed garen spinnen uit grondstoffenprijzen die zich in de toekomst op een 'hoog plateau' zullen bevinden.
In welke mate zijn de beleggers 'schuldig' aan de hoge voedselprijzen? Heel die discussie is een welles-nietesspelletje. Sommigen linken de opmars van de hefboomfondsen in de enge markt van landbouwgrondstoffen aan de forse hausse. Anderen spreken over een nieuw ingezette structurele trend en stellen: 'This time it's different'. De rol van speculanten is moeilijk te ontkennen vermits de grondstoffenfondsen volgens de laatste cijfers betrokken zijn in 40 procent van de futures- en optiecontracten op de beurs van Chicago. Maar de motor achter de hausse is de klassieke vraag-aanbodsituatie. Een stijgende wereldbevolking met een stijgend inkomen per hoofd vraagt nu eenmaal meer en beter voedsel. Bovendien is er het niet te onderschatten effect van verhoogde exporttaksen in heel wat landen, zoals Argentinië. Allerlei prijscontroles verminderen de drijfveer voor landbouwers om meer voedsel te produceren. Veel analisten hebben dit allemaal onderschat, waardoor ze de bal hebben misgeslagen en zich dan maar verschuilen achter de rol van de speculanten.
Hoe spelen jullie in op het landbouwthema? Eén invalshoek is via de specifieke meststoffenproducenten. In veel delen van de wereld is het meststoffengebruik nog steeds onder het ideale niveau. En wie één dollar investeert in kaliumcarbonaat, stikstof en fosfaat, krijgt een return van drie dollar, leert een onderzoek van International Plant Nutrition Institute. Wij hebben onder meer in de Russische meststoffenproducent Uralkali geïnvesteerd. Het bedrijf heeft een ambitieus management en het aandeel is aantrekkelijk gewaardeerd. Voorts hebben we een boontje voor bedrijven die actief zijn in gewassen waarvoor het verschillende jaren duurt vooraleer er een optimale oogst is. Voorbeelden zijn rubber, appelsienen en palmolie. Dat laatste bespelen we met de Antwerpse plantagegroep Sipef. Tot slot zien we de landbouwproductiviteit in Brazilië en Oekraïne de komende jaren fors toenemen en zoeken we spelers op die daarvan kunnen profiteren.
Is er eigenlijk geen hype in grondstoffen? Riskeren grondstoffenbeleggers geen implosie van de prijzen zoals ook de internetzeepbel in maart 2000 uiteenspatte? Opvallend is de hele mediatisering van het onderwerp. Elke dag word je geconfronteerd met nieuwsberichten over landbouw en voedsel. In die zin kan je van een hype spreken. Maar een vergelijking met de internetaandelen van eind jaren negentig is uit den boze. De hausse in de landbouwgrondstoffen is vandaag dan ook zeker nog geen zeepbel, maar het zal er ongetwijfeld wel één worden, over misschien 10 tot 15 jaar. Als je ergens in de toekomst in de cafetaria van de lokale voetbalclub de mond zal vol hebben van de formidabele winsten die werden geboekt met landbouwgerelateerde aandelen, dan zal dat zeker een teken aan de wand zijn. Vandaag is het eerder iets van: iedereen spreekt erover, maar weinigen hebben er al in belegd. Eigenlijk zitten we nog in de ontkenningsfase want heel wat beleggers doen deze hausse nog af als een hype of een speculatie. Er kan nog een hevige correctie komen en dat zullen de 'beren' aangrijpen om het einde van de hausse aan te kondigen. Dat wordt dan een schitterende koopkans voor langetermijninvesteerders.(KS)