Sinds 1950 verdween 80% van de Belgische vissersvloot
nieuwsIn het Landbouwrapport 2010 is naast landbouw, ook aandacht voor visserij. De Europese visserij moet tegen 2020 opnieuw performant en duurzaam worden, zowel op economisch, sociaal als ecologisch vlak. In 60 jaar tijd is de Belgische zeevisserijvloot van 457 naar 89 vaartuigen gedaald. Ook de totale visaanvoer is met 70 procent gedaald. Tong vertegenwoordigt in België de helft van de waarde van de aangevoerde vis.
De Belgische zeevisserijvloot bestaat momenteel uit 89 vaartuigen met een globale capaciteit van 51.590 kW. In 2000 waren er in ons land nog 127 vaartuigen actief, in 1950 waren dat er zelfs nog 457. De gemiddelde capaciteit is in die periode weliswaar gestaag toegenomen.
De totale visaanvoer in volume is in vergelijking met 1955 met 70 procent gedaald als gevolg van op elkaar inwerkende negatieve factoren: lagere quota, verminderde rentabiliteit, een afnemend aantal vaartuigen en stijgende kosten.
In 2009 bedroeg de totale aanvoerwaarde van de vloot 68,4 miljoen euro, waarvan tong maar liefst 51 procent vertegenwoordigde. Schol (9%), tarbot en garnaal (elk 5 %) volgen op ruime afstand. “Nagenoeg alle visaanvoer gebeurt in de vismijnen, waarvan die van Oostende en Zeebrugge eind 2010 gefuseerd zijn tot de Vlaamse visveiling”, zegt Dirk Van Gijseghem, afdelingshoofd Monitoring en Studie.
De prijs voor schol is in 2009 volledig in elkaar gestort door de hoge invoer van andere verwerkte vis, zoals pangasius, uit Azië. Ook de grote afhankelijkheid van de gasolieprijs speelt de visserij parten. De rechtstreeks met de vissersvloot samenhangende werkgelegenheid wordt geraamd op 2.500 personen, van wie er 800 à 900 bij de vloot zelf werken. “Jongeren voelen zich steeds minder aangetrokken tot de visserij”, stelt Van Gijseghem vast.
De Europese Unie en de Vlaamse regering willen de visserijsector structureel verduurzamen door investeringssteun en een nationaal strategisch plan. Die structuuraanpassingen moeten de activiteiten van de vloot herconcentreren op minder brandstofintensieve en meer duurzame vangstmethoden. De meest ingrijpende maatregel is de vlootaanpassingsregeling van mei 2009, die de overcapaciteit verder wil verminderen.
“Er bestaat een moeilijk evenwicht tussen visserij en milieu”, weet Van Gijseghem. “De creatie van Natura 2000-gebieden en het stimuleren van duurzame alternatieven moeten kwetsbare mariene ecosystemen beter beschermen.”
Meer info: Landbouwrapport 2010