Sector pleit voor halvering verwerkingsplicht

In een gezamenlijke persmededeling vragen ABS, Bemefa, Boerenbond en Veva om de 100 procent-mestverwerkingsplicht te halveren. De organisaties stellen dat sommige overheidsinstanties en politieke partijen het actuele debat in de Commissie Leefmilieu van het Vlaams parlement voeren op basis van verouderde cijfers. In de plaats van een repressief beleid pleiten ze voor een beleid dat de mestverwerking actief stimuleert. Vorige week nog bleek er binnen de meerderheid in het parlement grote onenigheid hierover te bestaan.

Bedrijven die meer dan 10 ton fosfaat produceren, zijn sinds dit jaar gebonden aan de 100 procent-mestverwerkingsplicht. De boerenorganisaties en Bemefa willen die verplichting reduceren tot 50 procent van het bedrijfsmatig mestoverschot. Voor bedrijven die tussen de 7,5 en 10 fosfaat produceren, vragen ze een daling van 30 naar 15 procent verwerking.

De voorbije jaren werden al heel wat inspanningen geleverd om het mestprobleem te tackelen, zo luidt het in de sector. De veestapel werd afgebouwd en aangepaste voeders en voedertechnieken zorgen voor een meer efficiënte voederconversie waardoor de nutriëntenuitscheiding van het dier beperkt wordt. Daardoor deden zich dit jaar op het terrein geen problemen meer voor met de afzet van dierlijke mest. In het voorjaar noteerden meerdere bedrijven zelfs een mesttekort.

ABS, Boerenbond, Veva en Bemefa spreken van een virtueel mestoverschot dat alleen nog bestaat in de verouderde documenten van sommige overheidsinstanties en politieke partijen. De huidige regelgeving zou alleen maar een ontradend effect hebben op potentiële investeerders in mestverwerking. Bovendien doen de superheffingen geld wegvloeien uit de sector dat mits een meer stimulerend beleid kon aangewend worden voor de mestverwerking, zo klinkt het.

In de plaats van boetes en heffingen vraagt de sector om mestboni te overwegen voor bedrijven die extra inspanningen leveren. Opdat veehouders de economisch meest verantwoorde keuzes kunnen maken, pleiten de organisaties ook voor een ruime substitutiemogelijkheid van de te verwerken nutriënten en voor de afschaffing van het mesttransport op lange afstand.