Schulden Nederlandse landbouwbedrijven stijgen sterk
nieuwsVreemd vermogen wordt op de balans van een bedrijf onderverdeeld in langlopende en kortlopende schulden. Bijna 90 procent van het vreemde vermogen van Nederlandse bedrijven valt onder de langlopende schulden. Het gaat vooral om leningen met een looptijd van meer dan een jaar, vooral van banken en in mindere mate ook van familieleden.
In het begin van vorig jaar bedroeg het bedrag aan lang vreemd vermogen bij onze noorderburen gemiddeld 490.000 euro per bedrijf, in 2002 was dit ruim 350.000 euro. De toename van externe financiering wordt veroorzaakt door schaalvergroting, vervanging van arbeid door kapitaal, investeringen op het gebied van milieu en dierenwelzijn en herfinanciering. Herfinanciering is onder andere nodig wanneer kapitaal uit de land- en tuinbouw wegvloeit, zoals bij bedrijfsopvolging.
De Nederlandse glastuinbouwbedrijven hebben begin 2007 met gemiddeld 800.000 euro de hoogste langlopende schulden. Binnen deze sector vond er een toename plaats van 70 procent over de afgelopen vijf jaar. Vooral bij glasgroentenbedrijven was er een sterke stijging waar te nemen. Ook akkerbouwbedrijven kenden een stijging van 48 procent van de langlopende schulden de laatste vijf jaar. Begin 2007 hebben zij gemiddeld 380.000 euro aan geleend geld. Op Nederlandse varkensbedrijven zijn de langlopende schulden het minst toegenomen sinds 2002 (+10%).
Het aandeel van langlopende leningen bij familieleden is de afgelopen vijf jaar verder gedaald van 10 naar 8 procent, tot gemiddeld 38.500 euro in 2007. In 1975 maakten familieleningen nog ruim een kwart uit van het lang vreemd vermogen in Nederland. Het aandeel van familieleningen is het hoogst in de akkerbouwsector (16%).(GL)
Meer informatie: Agri-Monitor