Roep naar lokaal verweven landbouw steeds luider
nieuwsDe voorbije decennia hebben externe experten zoals de dierenarts, de bankier en de consulent zich steeds meer meester gemaakt van het erf. "Het rationele vooruitgangsgeloof spiegelde de boer een mooie toekomst voor", stelde antropoloog Renaat Devisch (KULeuven). Maar het postmoderne denken stelt vandaag concepten als rationaliteit en het zichzelf sturende subject in vraag. De maatschappij zoekt steeds nadrukkelijker naar een volwaardiger samen-leven, met niet alleen technische maar ook culturele en spirituele waarden. "We evolueren steeds meer naar een pluri-centrische en chaotisch ingekleurde verweving van de kleinschalige boerderij met het ultramoderne landbouwbedrijf en de agro-business".
Twee voorbeelden van geslaagde agro-ecologische projecten werden vervolgens toegelicht. De Braziliaanse Vierna de Araujo legde uit hoe het netwerk Ecovida in Zuid-Brazilië erin geslaagd is om een solidaire band te smeden tussen zo'n 2.500 familiale boerengezinnen en de lokale consumenten. In Friesland lukte het mineralenproject Vel&Vanla van enkele plaatselijke landbouwers erin om de milieubelasting op hun areaal fors terug te dringen door de koeien structuurrijk en eiwitarm te voederen. "We kregen weinig medewerking van politici en onderzoekers", zuchtte de Friese veehouder Atsma. "Maar nu we concrete resultaten geboekt hebben, willen de academici wel een proefhoeve bouwen op ons grondgebied".
Volgens Peter Rosset, directeur van het Amerikaanse Food First-instituut, ondervinden dergelijke lokaal ontluikende initiatieven nog teveel concurrentie van het dominantie landbouwmodel. "In de VS exporteren we onze maïs aan een prijs die 26 procent onder de productiekost ligt. Slachtoffer zijn de Mexicaanse boeren wiens maïsprijs de jongste twintig jaar met 75 procent gedaald is". Die dumping van goedkope invoer is volgens Rosset niet ten goede gekomen aan de Mexicaanse stedeling: "De jongste jaren is de prijs voor een tortilla in Mexico flink gestegen".
Tijdens het afsluitende debat liet landbouweconoom Eric Tollens (KULeuven) verstaan dat hij niet gelooft in een nakende clash van economische ontwikkelingsmodellen voor het platteland. "Agro-ecologische projecten zijn fijn, maar anderzijds moet de landbouw steeds mee kunnen evolueren met andere economische sectoren. Bovendien is de consument gesteld op convenience, waardoor de rol en machtspositie van voedingsindustrie en grootdistributie niet zomaar kunnen uitgeschakeld worden". Voormalig Agalev-parlementslid Leen Laenens weigert te wanhopen: "Het Europese plattelandsbeleid biedt lokale boeren steeds meer kansen om de regionale ontwikkeling op gang te trekken".
Joris Relaes (ALT) deed als slotspreker een oproep aan de beleidsmakers om meer vertrouwen te stellen in boeren die vandaag op een creatieve manier zoeken naar oplossingen. "We zijn hele dagen bezig met controleren, analyseren en certificeren. Dat is allemaal belangrijk, maar overdrijven we niet?" Relaes uit zelfs bedenkingen bij het Europese Leader-programma dat een labo wil zijn voor plattelandsvernieuwing. "Door de administratieve verplichtingen die aan plaatselijke groepen wordt opgelegd, verdwijnt vaak hun aanstekelijke enthousiasme om projecten te starten nog vooraleer ze begonnen zijn".
Lees ook: Zo gezegd: Karel Malfliet (Broederlijk Delen): "Bewaken van voedselsouvereiniteit moet plicht worden"