Provincie Antwerpen verdedigt zones voor glastuinbouw
nieuwsDe provincie Antwerpen zoekt naar haalbare manieren om de glastuinbouw op zijn grondgebied te vernieuwen en te reorganiseren. “Door grootschalige glastuinbouw te beperken tot afgebakende zones wordt de schaarse open ruimte optimaal beschermd”, verdedigt gedeputeerde Inga Verhaert de gecontesteerde piste van macrozones in Hoogstraten en Sint-Katelijne-Waver.
De provincie Antwerpen is koploper in de glastuinbouw in Vlaanderen en ze wil deze toppositie graag veiligstellen. “Maar de ontwikkeling van tuinbouw in serres botst vaak op problemen van juridische, technische en financiële aard”, beseft gedeputeerde Verhaert, “en ook de sociale haalbaarheid maakt de ontwikkeling van de sector onzeker."
Het Vlaams en provinciaal ruimtelijk structuurplan bakent macrozones af. Dat zijn zones met een grote concentratie glastuinbouw. Binnen deze zones moeten de bestaande glastuinbouwers meer kansen krijgen om hun bedrijf rendabel te houden of te maken. Daarnaast moet de teelt onder glas vernieuwen, liefst in evenwicht met de andere actoren in het agrarisch gebied.
“Door grootschalige glastuinbouw te beperken tot afgebakende zones krijgen we een goed geordend agrarisch gebied”, weet Verhaert. “We onderzoeken ook of serrebedrijven gegroepeerd kunnen worden en op welke manier dat het beste wordt aangepakt.” De afbakening van zones waar glastuinbouw zich bij voorkeur zal ontwikkelen, zorgt in die regio's evenwel voor ongerustheid en protest bij buurtbewoners en andere landbouwers.
Een EFRO-project voorziet nu in de nodige middelen om de ontwikkeling van glastuinbouw in de provincie Antwerpen grondig te onderzoeken. Het provinciebestuur werkt daarvoor samen met vijf partners, met name POM Antwerpen, Boerenbond, de investeringsmaatschappij PMV, de Intercommunale Ontwikkelingsmaatschappij voor de Kempen IOK en de streekintercommunale Igemo.
Concreet onderzoekt het project mogelijkheden voor de macrozones Hoogstraten en Sint-Katelijne-Waver. Veiling Hoogstraten, Mechelse Veilingen en de nieuwe fusieveiling Coöbra worden samen met de Vlaamse overheid betrokken bij het project. Op regelmatige basis krijgen de gemeenten en de Vlaamse overheid meer info over de bevindingen.
De Vlaamse overheid zal ook zelf regelmatig overleg organiseren om alle opgedane kennis te verspreiden naar andere glastuinbouwprojecten. En om de kennis die er nu al is in en buiten Vlaanderen te gebruiken.
Het project loopt gedurende twee jaar. In totaal is er een budget voorzien van bijna 770.000 euro. Het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) betaalt daarvan 40 procent. Vlaams minister van Economie Kris Peeters kende 45 procent financiering toe uit het Hermesfonds, de provincie Antwerpen neemt op zijn beurt 10 procent van de kosten voor zijn rekening en de projectpartners dragen nog eens ongeveer vijf procent bij.