nieuws

Opvallend lagere nitraatresidu's op Vlaamse percelen

nieuws
Deze week kennen de Vlaamse land- en tuinbouwers het resultaat van de nitraatresidumetingen van 2010. Uit de cijfers blijkt dat een gemiddeld nitraatresidu van 66 kg nitraatstikstof per ha gehaald werd. Dit resultaat is opmerkelijk beter dan in 2009 toen nog een residu van 90 kg gemeten werd.
23 maart 2011  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 14:59
Lees meer over:

Deze week kennen de Vlaamse boeren het resultaat van de nitraatresidumetingen van 2010. Uit de cijfers blijkt dat een gemiddeld nitraatresidu van 66 kg nitraatstikstof per ha gehaald werd. Een opmerkelijke verbetering tegenover 2009 toen de droge zomer een residu van 90 kg veroorzaakte. Bijna 1.700 landbouwers moeten begeleidende maatregelen nemen om toekomstige overschrijdingen te vermijden.

De Mestbank voert de jaarlijkse campagne omdat er een duidelijk verband is tussen het nitraatresidu in de bodem op het einde van het groeiseizoen en het risico op uitspoeling van nitraten naar oppervlakte- en grondwater in de winter. De uitspoeling moet immers zo veel mogelijk beperkt worden om de waterkwaliteit in Vlaanderen verder te verbeteren. Het nitraatresidu opvolgen is in dat licht een goede maatregel. “De nitraatresidumeting en de begeleidende maatregelen helpen immers heel wat bedrijven een beter inzicht te verwerven in een oordeelkundige bemesting”, klinkt het bij de Mestbank.

De Mestbank stelt bij de resultaten van de nitraatresidumetingen een positieve evolutie vast. Het gemiddelde nitraatresidu is gedaald van 90 kg nitraatstikstof per ha in 2009 tot 66 kg nitraatstikstof per ha in 2010, wat vergelijkbaar is met de meetresultaten van 2007 en 2008. “De zeer droge zomer van 2009 heeft geleid tot een groeistop voor heel wat gewassen en zorgde voor slechtere nitraatresiduresultaten in het najaar van 2009”, verklaart de Mestbank. Vooral voor gras werden hoge nitraatresidu’s, van gemiddeld 83 kg nitraatstikstof per ha, vastgesteld in 2009. In 2010 werden opnieuw goede nitraatresidu’s, van gemiddeld 50 kg nitraatstikstof per ha, gehaald voor grasland.

Wie een perceel met een te hoog nitraatresidu heeft, moet vanaf dit jaar een aantal begeleidende maatregelen nemen om een overschrijding in de toekomst te vermijden. De maatregelen variëren naargelang de hoogte van de overschrijding. Hoe hoger het nitraatresidu, hoe strenger de maatregelen. Nieuw ten opzichte van de voorgaande staalnamecampagnes is dat de drempelwaarden overal in Vlaanderen van toepassing zijn. Dat laatste komt omdat heel Vlaanderen vanaf 2010 afgebakend is als risicogebied.

Van de in totaal 7.306 landbouwers waarbij een nitraatresidumeting werd uitgevoerd in 2010, werd bij 1.694 landbouwers (23% van het totaal) een overschrijding van de eerste drempelwaarde vastgesteld. Die landbouwers moeten begeleidende maatregelen uitvoeren in 2011 om het nitraatresidu op hun landbouwpercelen te verlagen.

Bij 409 landbouwers (6% van het totaal) werd de tweede drempelwaarde overschreden. Zij voeren bovenop de maatregelen van maatregelenpakket 1 een bijkomende nitraatresidubepaling uit in het najaar van 2011. Voor 276 landbouwers (4% van het totaal) met een overschrijding van de derde drempelwaarde, geldt dat zij bovendien een bemestingsplan en -register moeten bijhouden voor alle percelen van hun bedrijf. Als de teelt het toelaat, moeten ze een nateelt of vanggewas telen op elk perceel met een overschrijding van de derde drempelwaarde. Verder gelden strengere bemestingsnormen in 2011 voor het betrokken perceel (- 30 kg N/ha uit dierlijke mest en - 30% van de overige bemestingsnormen).

Ten slotte zijn er 366 landbouwers (5% van het totaal) met een overschrijding van de vierde drempelwaarde. Deze landbouwers voeren de strenge maatregelen van maatregelenpakket 4 uit in 2011. Die bestaan uit de maatregelen van de pakketten 1, 2 en 3 en daarbovenop wordt de toegelaten bemesting voor het betrokken perceel in 2011 verder beperkt tot -60% van alle bemestingsnormen. De Mestbank zal bij het uitvoeren van audits voorrang geven aan landbouwers die maatregelenpakketten drie en vooral vier opgelegd krijgen.

Om elke landbouwer wegwijs te maken in welke maatregelen voor hem specifiek van toepassing zijn, krijgt hij van de Mestbank een gepersonaliseerde brief met het nitraatresidu en het maatregelenpakket dat van toepassing is. Hij krijgt ook een brochure met meer informatie over de verschillende drempelwaarden en maatregelenpakketten.

Wie drempelwaarde 3 of 4 overschrijdt, zal als één van de maatregelen lagere bemestingsnormen moeten toepassen. Op de website van de VLM zal binnenkort een tabel beschikbaar zijn met de bemestingsnormen die voor maatregelenpakket 3 en 4 van toepassing zijn. Wie dit wenst kan ook steeds individuele begeleiding aanvragen bij zijn provinciale afdeling van de Mestbank. “De land- en tuinbouwers mogen echt niet aarzelen beroep te doen op de dienstverlening van de Mestbank”, benadrukt communicatieverantwoordelijke Marian Blondeel.

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek