Oostendse reders betalen geen sociale lasten meer
nieuwsHet Zeevisserijfonds werd drie jaar terug opgestart om de sociale zekerheid van de vissers te regelen en de reders bij te staan bij financiële problemen. De bedrijfsheffing voor de reders wordt berekend op het gewaarborgde minimum dagloon van de vissers. Maar in werkelijkheid worden vissers betaald op de besomming van de gevangen vis. Dat kan een loon opleveren tot zo'n 350 euro per dag. Het verschil van de bedrijfsvoorheffing wordt sindsdien doorgestort aan het Zeevisserijfonds en aan de Stichting Duurzame Visserij.
"Het fonds heeft ondertussen een spaarpot van 12 miljoen euro", weet gemeenteraadslid en senator Jean-Marie Dedecker (VLD). "Maar geen euro daarvan is teruggestroomd naar de reders, hoewel die destijds beloftes kregen en met die toezegging als argument naar de banken trokken voor leningen. Het geld wordt gebruikt voor studies, seminaries, infodagen, garnalenpromotie en zo meer terwijl de reders er niet eens in slagen te overleven".
De reders zouden allemaal opgezadeld zitten met een schuldenberg en 15 op de 22 zijn virtueel failliet. Meer nog: Europa heeft 35,3 miljoen euro klaarstaan voor de Vlaamse visserij, maar wil enkel over de brug komen als Vlaanderen of België een gelijk bedrag ter beschikking stelt. "Het geld van dat Zeevisserijfonds wordt echter geblokkeerd en dus krijgt onze visserij niets van Europa'', aldus Dedecker.
De VLD-senator opent vandaag het debat met Vlaams minister-president Leterme (CD&V). "Leterme is de visserij heel genegen. Maar ook hij moet vaststellen dat het Zeevisserijfonds geen euro wil uitgeven. Nochtans is de teruggave van de bedrijfsvoorheffing die de reders in dat fonds hebben gestort de redding voor de Vlaamse visserij. Ik heb daarom begrip voor de actie van de reders om dat geld niet langer over te maken".