Oost-Vlaamse boerinnen kreunen onder productie-eisen

De KVLV organiseerde in het domein Puyenbroeck in Wachtebeke een provinciale Agradag. Zo'n driehonderd bedrijfleidsters uit de Oost-Vlaamse landbouwsector kwamen er samen. Niet om over koetjes en kalfjes te praten, maar om een beeld te krijgen van wat de toekomst hen brengt. Magda De Cock uit Sint-Gillis-Waas vat in de Gazet van Antwerpen de algemene stemming binnen de sector samen: "Boerin zijn is niet meer leuk".

Magda en haar man runnen een zeugenhouderij. Behalve het eeuwige mestprobleem is er de dioxinecrisis die leidt tot een daling van de vleesconsumptie. "Er zijn landen die ineens Belgisch vlees weigeren terwijl wij helemaal niets met die crisis te maken hebben", snijdt ze een eerste probleem aan, naast de paperassenberg, strengere eisen rond dierenwelzijn en nog meer bekommernissen.

Marleen Taelman uit Nieuwkerken leidt een fruitteeltbedrijf. De afhankelijkheid van het weer zorgt voor stress in de sector. "Als er donkere wolken in de lucht hangen, slaat de angst toe. De consument wil een perfecte appel, er mag geen blutsje in zijn. Een hagelbui helpt daardoor heel ons jaar om zeep. Ons inkomen valt ineens weg, maar de onkosten blijven dezelfde en ook het papperassenwerk is even groot", legt ze uit.

Volgens Agnes Beck uit Melsele is er geen voldoening meer in de boerenstiel. "Ons enige voordeel is dat we ons niet moeten verplaatsen naar het werk, maar we moeten wel zeven dagen op zeven werken en financieel is het niet interessant meer", vult ze het zorgenlijstje aan.

Minister-president Yves Leterme was gastspreker op de Agradag en die herhaalde zijn belofte om een betere spreiding van belastingen te bekomen zodat goede jaren een rampjaar makkelijker kunnen compenseren.