Nitraatcomité keurt derogatie voor dierlijke mest goed
Het Europees nitraatcomité keurde dinsdag de Vlaamse derogatieaanvraag in het kader van de nitraatrichtlijn goed. Meteen is de weg vrij voor de definitieve goedkeuring van derogatie door de Europese commissie. “Na maandenlang overleg krijgen landbouwers de mogelijkheid om binnen de normen meer dierlijke mest te gebruiken zodat zware extra kosten voor de sector vermeden worden”, reageert minister Schauvliege.
Op woensdag 4 mei keurde het Vlaams parlement, na een ruime publieke consultatie, het nieuwe mestdecreet goed. Het decreet zet het akkoord - dat na moeizame onderhandelingen met de Europese commissie over een ‘Ontwerp actieprogramma Nitraatrichtlijn 2011-2014’ werd bereikt - in Vlaamse wetgeving om. De goedkeuring van het decreet was voor de Europese commissie een absolute voorwaarde om de Vlaamse aanvraag tot derogatie in het Europees nitraatcomité te behandelen. Het nitraatcomité waakt over de uitvoering van de Europese nitraatrichtlijn in de diverse lidstaten.
De derogatie laat toe dat binnen de bemestingsnormen en onder strikte voorwaarden meer dierlijke mest gebruikt mag worden. “De voorbije weken zijn er nog met diverse lidstaten intensieve contacten geweest om hen van het grote belang van de derogatie voor de Vlaamse landbouw te overtuigen. Die inspanningen zijn duidelijk niet voor niets geweest”, stelt Vlaams minister van Leefmilieu Joke Schauvliege.
Met het gunstig advies van het nitraatcomité kan de Europese commissie de derogatie-aanvraag definitief goedkeuren. Voor de landbouwsector, die door het nieuwe mestactieplan al met striktere bemestingsnormen moet werken, was de derogatie van levensbelang. In 2010 maakten 3.100 bedrijven gebruik van de derogatieregeling voor een totaal areaal van 83.500 ha. Hierdoor kon 6,5 miljoen kg stikstof uit dierlijke mest bijkomend afgezet worden op Vlaamse akkers en weiden, weliswaar onder strikte voorwaarden. Dierlijke mest die anders extra diende verwerkt te worden.
“Een studie van de Universiteit Gent in opdracht van Boerenbond wees uit dat een afwijzing van de derogatie zou leiden tot een jaarlijkse meerkost voor de sector van 17 miljoen euro. Nu komt het erop aan alles in het werk te stellen om de met Europa afgesproken doelstellingen voor een verbeterde waterkwaliteit te halen”, meent Joke Schauvliege.
De minister heeft al vier miljoen euro extra middelen vrijgemaakt voor concrete flankerende maatregelen. Zo zet Schauvliege nog dit jaar 2,5 miljoen euro opzij voor de individuele begeleiding van landbouwers en waterkwaliteitsgroepen. Eén miljoen euro gaat naar het onderzoek van het deskundig gebruik van dierlijke- en kunstmest en nog eens 300.000 euro naar de beperking van de administratieve overlast via het e-loket.
De Mestbank zal in de eerste helft van juni de land- en tuinbouwers gericht informeren over de inhoud van de derogatie omdat enkele voorwaarden inzake bodembeheer wijzigen. Zo moet minstens twee derde van de derogatiemest toegediend worden voorr 31 mei in plaats van 15 mei bij de vorige derogatie. Wat het graslandbeheer op derogatiebedrijven betreft, zijn er eveneens enkele kleine wijzigingen. Zo mag grasland enkel gescheurd worden vanaf 15 februari tot en met 31 mei, met uitzondering van de Polders waar dat tot en met 14 september mag. Na scheuren moet er binnen twee weken een gewas gezaaid worden met een normale stikstofbehoefte.
