Nederlandse vleesketen gaat verziekers aanpakken

Binnen de Nederlandse vleesketen zal de kleine groep van verziekers strak worden aangepakt. Het bedrijfsleven komt binnen twee maanden met een plan voor een concrete aanpak. 'Name and shame' wordt daarbij het principe. Dat staat in de gezamenlijke slotverklaring die is opgesteld door ruim 80 stakeholders van de intensieve veehouderij die met elkaar debatteerden op uitnodiging van minister Veerman.

De aanwezigen waren het erover eens dat samenwerking van bedrijven en sectoren in de intensieve veehouderij nodig is voor een succesvolle strategie. Maximale openheid over veiligheid, kwaliteit en organisatie is een maatschappelijke en economische bestaansvoorwaarde voor de de sector, zo heet het.

De grote marktspelers in Nederland pleiten voor een hoge Europese maatlat van kwaliteitseisen voor voedselproducten. Dat moet de producenten in Noordwest-Europa een belangrijke voorsprong geven. Dat betekent volgens de stakeholders dat de Europese kwaliteitseisen zo snel mogelijk omhoog moeten. Zo komen er in Nederland alvast initiatieven om ervaring op te doen met de grootschalige verwerking van niet-kooieieren in producten met veel eieren.

Een andere bezorgdheid zijn de dierziekten. De Nederlandse veesector wil plannen maken die het mogelijk willen maken dat bij een uitbraak van een ziekte ook producten van gevaccineerde dieren op normale wijze kunnen gecommercialiseerd worden. Het internationaal diertransport wordt afgeschilderd als grootste bedreiging voor de verspreiding van dierziekten.

De bijeenkomst was een vervolg op het nationale slotdebat over de intensieve veehouderij in november 2003. Toen luidde de conclusie dat de Nederlandse veehouderij zijn toekomst moet zoeken in het betrouwbaar, tijdig en 'business-to-business' leveren van herkenbare, hoogwaardige en verse producten voor de markt van 150 miljoen kritische en koopkrachtige consumenten in de driehoek Londen-Parijs-Berlijn.