"Moet ik met mijn beesten naar sociale woning?"
nieuwsIn de achtertuin van Denise en André Vanderschueren liggen grote 'molshopen'. Archeologen graven er nog snel en met kleine schopjes naar sporen van Romeinse aanwezigheid. Na de zomer moeten ze inrukken. Dan komen de reuzengraafmachines en starten de grote baggerwerken. Wat nog rest van 't Zandeken zal dan langzaam maar zeker geprangd worden tussen twee metershoge muren van baggerspecie. In afwachting van de laatste onteigeningen - 'fase drie' zoals dat heet in ambtenarentaal.
De Vanderschuerens zijn zo'n gezin van wie de hofstede met kippen, koeien, paarden en schapen het etiket 'fase drie' opgekleefd kreeg. Denise Vanderschueren: "We weten nog altijd van niks. Niet wanneer we hier wegmoeten, niet hoeveel we voor onze eigendom zullen krijgen, laat staan waar we terechtkunnen. Want zolang je niet weet hoeveel je te besteden hebt, is het moeilijk kopen, hé. Ze willen ons in een sociale woning stoppen. Maar wat kunnen we daar gaan doen met onze beesten?"
Van de tientallen buren die al vertrokken zijn, werden de Vanderschuerens niet veel wijzer. "Boeren praten niet graag over geld. 'We hebben genoeg gekregen, zeggen ze. Tja, wat is dat?" Boer Antoine Van Waes, van wie het gros van de weilanden onder fase één van de onteigening viel, kent het antwoord: "Ze geven net genoeg om te stoppen. Maar zeker niet genoeg om voort te boeren. Ik ben 58 en er is hier toch geen opvolger, dus het is geen ramp. Voor jonge mensen die elders een nieuwe hoeve moeten opstarten, is het wél een drama".