"Milieuprojecten slachtoffer van onderlinge wedijver"
nieuwsBiodiesel uit koolzaad, bio-ethanol uit suikerbieten, het halen van de Kyoto-normen, windmolens op zee, groestroomcertificaten. Al die projecten overschrijden de bevoegdheid van één minister of staatssecretaris. Ze hebben zowel federale als gewestelijke aspecten. En ze hebben allemaal het potentieel om uit te groeien tot een volwaardige industriële sector met positieve gevolgen voor de economie. Intussen staan onze buurlanden op deze terreinen vele stappen verder.
Voor biodiesel en bio-ethanol is de landbouw samen met de milieusector vragende partij. Maar ook de minister van Financiën wil een mondje meepraten. Door accijnsverlagingen toe te staan aan biobrandstoffen, wordt geknabbeld aan een belangrijke inkomstenbron. Het overleg in dit dossier verloopt traag en moeizaam, terwijl Frankrijk al volop suikerbieten omzet in bio-ethanol.
Het verhaal van de groenestroomcerficaten vertoont paralellen. Een recente uitspraak van de Raad van State legt een zware hypotheek op een moeizaam tot stand gekomen akkoord over de uitvoering van groenestroomcertificaten. Dat zet veel projecten voor duurzame energie op de helling. In al die dossiers willen ministers hun eigen succesje boeken. Schoolvoorbeeld is de recente profileringsdrang van energieminister Verwilghen die zonder enig overleg fundamentele wijzigingen in het energiebeleid wilde aanbrengen.
Conclusie: milieuprojecten zijn per definitie slachtoffer van onderlinge wedijver tussen beleidsverantwoordelijken, omdat ze doorgaans beleidsoverschrijdend zijn. Het eeuwige conflict tussen de gewesten en de federale regering maakt het alleen nog erger. De vraag van de Vlaamse regering naar meer milieubevoegdheden maakt wel iets meer beleidsruimte vrij, maar lost niet alles op. Volgens Van Den Broek is dringend een breed politiek overleg nodig, over alle bevoegdheden, partijstandpunten en gewestelijke conflicten heen.