Milieuministers stemmen vrijwaringsclausule ggo's weg
nieuwsAl sinds 1999 weigert Oostenrijk dat twee ggo's in de voedselketen worden opgenomen. Het gaat om MON810 en T25. Na een klacht van de Verenigde Staten, Argentinië en Canada bij de Wereldhandelsorganisatie (WTO) werd de EU veroordeeld, wegens de Oostenrijkse uitzondering. De EU kreeg tot 21 november 2007 de tijd om zich in regel te stellen. Als Oostenrijk zijn verbod dan niet heeft opgeheven, dreigen retorsiemaatregelen.
Na de stemming van de milieuministerraad kan de EU-Commissie Oostenrijk verplichten om het verbod op te heffen. Indien het land blijft dwarsliggen, kan de EU-Commissie de zaak bij het Europees Hof aanhangig maken. Toch liggen de zaken bijzonder moeilijk, want slechts vier lidstaten - Groot-Brittannië, Nederland, Zweden en Estland - steunden het Commissievoorstel om de 'vrijwaringsclausule' op te doeken.
Niet minder dan 14 lidstaten stemden tegen de opheffing van de Oostenrijkse clausule. Onder die lidstaten 3 grote landbouwnaties: Frankrijk, Duitsland en Italië. Toch waren er niet voldoende stemmen voor een gekwalificeerde meerderheid, want enkele landen versoepelden hun standpunt en onthielden zich deze keer. Ook België onthield zich. Volgens de medewerkers van de Brusselse milieuminister Evelyne Huytebroeck (Ecolo) had dit alles met liberale druk te maken.
In diplomatieke kringen was te horen dat er België zijn standpunt ook om inhoudelijke redenen versoepelde. Deze keer eiste de Commissie immers niet dat Oostenrijk ook het verbod op het telen van de ggo's vraagt. Ze vraagt alleen dat de maïssoorten in de voeder- en voedselketen mogen worden opgenomen. Het gevolg van de stemming is dat de EU-Commissie nu autonoom kan beslissen en Oostenrijk toch verplichten om de 'vrijwaringsclausule' op te geven. Als het college die beslissing neemt, dreigt ze echter forse tegenwind te krijgen. Meerdere lidstaten overwegen immers om de beperkingen op de ggo's te versterken.(KS)