nieuws

Lode Speleers wil pionierswerk verzilveren met Bioro

nieuws
Het zijn spannende weken voor de producenten van biobrandstoffen. Hun gezamenlijke capaciteit overtreft ruimschoots de beschikbare quota. De regering moet tegen eind september die quota verdelen onder twee tot vier biodiesel- en twee tot vier bio-ethanolproducenten in ons land. De Standaard ging peilen naar de gemoedstoestand van landbouwingenieur Lode Speleers die van biobrandstoffen een missioneringswerk gemaakt heeft en aan de wieg stond van Bioro.
5 augustus 2006  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 14:34
Het zijn spannende weken voor de producenten van biobrandstoffen. Hun gezamenlijke capaciteit overtreft ruimschoots de beschikbare quota. De regering moet tegen eind september die quota verdelen onder twee tot vier biodiesel- en twee tot vier bio-ethanolproducenten in ons land. De Standaard ging peilen naar de gemoedstoestand van landbouwingenieur Lode Speleers die van biodiesel een missioneringswerk gemaakt heeft en aan de wieg stond van Bioro.

"Ik wou iets nieuws doen met energie, iets wat goed was voor het milieu en tegelijk iets wat ik kende. En het moest op relatief korte termijn een positieve impact hebben op het milieu. Door automobilisten biobrandstoffen te laten tanken, kan je onmiddellijk de broeikasgassen gevoelig reduceren", klinkt het idealistisch. "Ik volgde alles wat met duurzame energie te maken had al jaren op de voet en stelde vast dat biobrandstoffen een braakliggend terrein waren in België en Nederland".

Zo rijpte bij hem het idee om een project rond biobrandstoffen op te zetten. "De directe aanleiding was de EU-richtlijn van 2003 om de productie en het verbruik van biobrandstoffen aan te moedigen", herinnert Speleers zich. Een biobrandstoffenproject opzetten leek hem bovendien voor een individuele ondernemer zoals hijzelf ook een meer haalbare kaart. Alhoewel hij zichzelf omschrijft als een groot voorstander van windenergie, zag hij de bouw van een windenergiepark niet zitten. "Het blijft bijzonder moeilijk om de toelating te krijgen om windturbines te bouwen".

"Een zonne-energieproject was dan weer te hoog gegrepen. Er zijn nog grote technologische ontwikkelingen nodig en als bedrijf moet je beschikken over zeer veel geld om dat vol te houden". Speleers spreekt uit ervaring. De milieuwereld en die van duurzame energie zijn al heel zijn loopbaan lang zijn biotoop. In 1996 had hij het studiebureau ERC opgericht, dat zich toelegde op duurzame milieuprojecten. Voordien was hij onder meer milieuverantwoordelijke bij de voedingsgroep Vandemoortele en het baggerbedrijf Jan De Nul.

Zijn biobrandstoffendroom realiseren, lag ook niet zo voor de hand, stelde hij al vlug vast. Heel 2004 trok Speleers als een profeet rond om in bedrijven, bij de overheid en tijdens studiedagen te wijzen op het belang van biobrandstoffen. "Op een relatief eenvoudige manier kan België door het invoeren van biobrandstoffen 10 procent van de Kyoto-doelstelling halen", luidde Speleers boodschap. Tegelijk hamerde hij er telkens weer op dat biobrandstoffen niet alleen goed zijn voor het milieu, maar ook voor de landbouwer.

In zijn zoektocht naar steun kwam zijn hobby als berggids hem goed van pas. "Om de top van een berg te bereiken moet je samenwerken en team vormen. En elke tocht moet je bovendien goed voorbereiden". In het begin was het niet zo gemakkelijk om medestanders te vinden. Hij ondervond meer dan eens dat de bedrijfswereld wantrouwig stond tegenover biobrandstoffen. Maar hij maakte werk van een bedrijfsplan en toen het klaar was, klopte hij aan bij het adviesbureau Ernst & Young. Het leverde Speleers een eerste gereputeerde medestander op.

Begin 2005 was de tijd rijp om samen met Ernst & Young op zoek te gaan naar kandidaat-investeerders. Speleers legde goede contacten met de West-Vlaamse agro-traders Vanden Avenne. "Vanden Avenne had plannen voor een bio-ethanolfabriek. Hierdoor trokken we vaak samen op naar seminaries en kabinetten om de zaak van biobrandstoffen te bepleiten". En toen Speleers vorig jaar besloot om via een loonproducent een eerste lading biodiesel te laten maken voor de Duitse markt, kwam hij bij Cargill terecht. "We zijn gaan samenzitten en dat heeft uiteindelijk geresulteerd in een joint venture met Cargill en Vanden Avenne Izegem", aldus Speleers.

Eind 2005 kon Lode Speleers aankondigen dat in de Gentse haven een biodieselraffinaderij gebouwd zou worden met een jaarcapaciteit van 200.000 ton. Zijn project werd Bioro gedoopt. Speleers staat samen met de Vlaamse investeringsmaatschappij Gimv, Cargill en Vanden Avenne klaar om 62 miljoen euro te investeren. Naast de biodieselfabriek, die 25 miljoen euro kost, omvat het project ook de ombouw van een sojacrushinstallatie van Cargill tot een crushinstallatie voor koolzaad en een raffinaderij voor plantaardige olie.

Het licht staat overigens nog niet definitief op groen. Voorwaarde is wel dat de overheid in september Bioro selecteert bij de verdeling van de biodieselquota. Die onzekerheid is voor een stuk te wijten aan het promotiewerk van Speleers zelf. Het aanvankelijke wantrouwen is door zijn gelobby volledig weggeëbd en België telt nu een heleboel biodieseladepten. Tegelijkertijd zijn het ook concurrenten geworden.

Lees ook: geVILT: Gentse haven wil gas geven met biobrandstoffen

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek