Leterme gaat knelpunten doorpraten met jonge boeren
nieuwsSinds 1997 stapte bijna een derde van het aantal bedrijfsleiders uit de stiel. Er haken veel meer (43 procent) jonge boeren af dan dit gemiddelde. Nog maar een kwart van de boeren is jonger dan 40 jaar. De cijfers tonen evenwel ook positieve tendensen aan, en Leterme wil zich op die gegevens concentreren.
Bijna drie op de vier boeren zitten nog steeds op gemengde veebedrijven die het in Vlaanderen door allerlei omstandigheden - onder andere door het mestbeleid - lastig hebben. Maar bij de jonge boeren stijgt het aandeel tuinders tot een kwart. Tuinbouw geeft op kleinere oppervlakten doorgaans hogere rendementen. Jonge boeren verbouwen gemiddeld ook iets meer hectare (26,6) dan hun oudere collega's (25 hectare). Schaalvergroting is een antwoord op de verlaagde rendementen in de landbouw. Jonge boeren moeten evenwel meer grond pachten dan oudere boeren die over meer eigendommen beschikken.
Ook hoopgevend is de betere opleiding van jonge boeren. De helft (51 procent) heeft een landbouwdiploma op zak van de universiteit of een hogeschool. Tel daarbij het kwart dat een middelbare basisopleiding landbouw heeft, en dan moet nog maar een kwart (24 procent) van de jonge boeren zich zien te redden met alleen maar praktijkervaring. Bij hun oudere collega's is dat nog steeds de norm: bijna twee op de drie van de oudere boeren hebben geen enkel diploma boven de leerplicht.
Die knelpunten die Leterme de komende maanden met de jonge boeren wil doorpraten zijn: opleiding, bedrijfsovernames, permanente vorming, milieu- en andere productiefactoren, imago en visie, en innovatie. Uit deze discussies met de jongerenorganisaties uit de landbouwwereld wil Leterme tegen de lente van volgend jaar concrete beleidsdaden puren ten bate van de jonge boeren, zodat ze in de stiel blijven.