Laruelle wil kosten voor BSE-tests doen dalen

Op de volgende Europese landbouwraad wil federaal landbouwminister Sabine Laruelle de BSE-tests ter sprake brengen. Dat heeft ze beslist na een eerste vergadering van de werkgroep 'voedselveiligheid' die een week geleden werd opgericht na overleg tussen enkele federale ministers en vertegenwoordigers uit de voedselketen. Het laatste BSE-geval in ons land dateert van 15 maart 2005. Niettemin kost de gekkekoeienziekte ons land op jaarbasis nog altijd meer dan 18 miljoen euro, dat is zowat tien procent van het budget van het Voedselagentschap.

In 2008 zullen ongeveer 350.000 runderen getest worden op de gekkekoeienziekte. De voorbije jaren werd een lichte daling vastgesteld van het aantal BSE-tests in de slachthuizen, terwijl het cijfer bij het vilbeluik gestegen is. In de slachthuizen wordt ieder rund ouder dan dertig maanden aan een test onderworpen, net zoals de dieren ouder dan 24 maanden die aan een noodslachting onderworpen worden en de dieren die klinische tekenen van een zenuwziekte vertonen.

Per rund factureert het Voedselagentschap een bedrag van 11,07 euro aan het slachthuis, dat de rekening doorstuurt naar de eigenaar van het geslachte dier. De kostprijs voor één enkele test bedraagt 36,82 euro. "We dringen er bij de Europese Commissie al sinds een jaar op aan om het programma met de verplichte tests af te bouwen aangezien het potentiële risico niet langer in overeenstemming is met de budgetten die eraan gespendeerd worden", zegt Pierre Cassart, woordvoerder van het Voedselagentschap.

Het dagelijks bestuur van de Unie heeft aan de Europese Voedselautoriteit EFSA gevraagd om een risico-evaluatie te maken van een inkrimpingsscenario. "We hebben er bij het EFSA expliciet op aangedrongen om ook een zeer snelle afbouw van het aantal BSE-tests te bestuderen", benadrukt Cassart.(KS)