Kinderarbeid blijft welig tieren bij cacaoproductie

Armoede en onstabiele prijzen zorgen ervoor dat kinderarbeid een hardnekking probleem blijft op de cacaoplantages van Ivoorkust en Ghana, de twee belangrijkste Afrikaanse producenten van de grondstof voor chocolade. Dat blijkt uit een nieuw rapport dat de Amerikaanse waahond over arbeidsrechten, het International Labor Rights Forum (ILRF), heeft gepubliceerd. Dat gebeurde naar aanleiding van het verstrijken op 1 juli van de deadline van het zogeheten 'Harkin-Engel Protocol'.

Met dat protocol wilden twee Amerikaanse volksvertegenwoordigers, naar wie het protocol is genoemd, in 2001 paal en perk stellen aan de kinderarbeid in de West-Afrikaanse cacao-industrie. Een sluitend controlemechanisme is er echter nooit gekomen en de eerste deadline om de chocolade volledig vrij te maken van kinderarbeid en andere misbruiken werd nooit gehaald.

Nu ook de tweede deadline verstreken is, vond het ILRF de tijd rijp voor een doorlichting van het protocol. Uit het rapport blijkt dat de grote producenten van cacao zeker inspanningen geleverd hebben om de ergste misbruiken in het productieproces weg te werken. Alleen bleven deze inspanningen vaak te vrijblijvend en was er nauwelijks een onafhankelijke controle mogelijk. Veel labels bestaan naast elkaar zonder dat altijd duidelijk is waar ze voor staan. Dat geven de producenten zelf ook toe. Ze zijn nauwelijks in staat om de traceerbaarheid van hun grondstof te garanderen en sluitende garanties te verstrekken over hun leveranciers.

Fair Trade Organisation heeft contracten lopen met 14.000 kleinschalige coöperaties van cacaoproducenten, maar dat is slechts een fractie van de productieketen. Volgens recente cijfers van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken zouden nog ruim 100.000 kinderen tewerkgesteld zijn in de cacaoplantages van Ivoorkust en Ghana. Er is ook nog altijd sprake van kinderhandel met nog armere buurlanden. De betrokken regeringen hebben de afgelopen jaren pogingen ondernomen om conventies van de Internationale Arbeidsorganisatie om te zetten in lokale wetgeving.

De nijpende armoede en sterk schommelende marktprijzen maken de toepassing van de regelgeving op het terrein echter heel moeilijk. De economische toestand dwingt mensen ertoe om hun kinderen aan te zetten tot arbeid om het hoofd boven water te houden. Alleen een duurzame armoedebestrijding zal ook dit hardnekkige probleem doen verdwijnen, schrijven de opstellers van de PALA-nieuwsbrief over globalisering.(KS)

Meer informatie: Cacao-rapport