IBR-bestrijding neemt goede start in Vlaanderen

Sinds 5 januari moet elke rundveehouder beschikken over een geldig IBR-statuut. Bedrijven die geen geldig statuut kunnen voorleggen, mogen geen dieren meer op de weide plaatsen en hun runderen enkel rechtstreeks naar het slachthuis afvoeren. Dierengezondheidszorg (DGZ) Vlaanderen is bijzonder tevreden met de 15.819 geldige statuten voor deze dierziekte.

Bedrijven zonder geldig statuut mogen hun runderen niet meer op de weide zetten en al evenmin verkopen aan andere rundveehouders. Het Voedselagentschap zal ook bijkomende controles uitvoeren op deze bedrijven. Gelukkig gaat het maar om 1.486 bedrijven op een totaal van 17.305. Daar zijn 46.312 runderen aanwezig op een totale IBR-bestrijdingsplichtige veestapel van bijna 1,14 miljoen stuks.

Het gros van de Vlaamse rundveehouders is er dus in geslaagd een gunstig IBR-statuut te verwerven. DGZ zet in de verf dat het om een bijzonder goed resultaat gaat wanneer men bedenkt dat een goed jaar geleden slechts een 700-tal rundveehouders over een IBR-statuut beschikten. De organisatie bedankt dan ook alle veehouders, dierenartsen en de hele sector voor het enorme werk.

Volgens DGZ zullen de komende weken nog enkele duizenden rundveehouders een geldig statuut verwerven want dierenartsen zijn nog massaal aan het vaccineren en er lopen nog bloedonderzoeken. De organisatie hoopt dat eind januari bijna alle actieve rundveehouders een geldig IBR-statuut zullen bezitten.