Hogeschool Gent gaat zich verder verdiepen in kiwibes

Het departement biowetenschappen van de Hogeschool Gent introduceerde drie jaar geleden de teelt van de kiwibes in Vlaanderen. Dit najaar belandden de eerste exemplaren in de winkel, maar daarmee is de kous niet af. De hogeschool start een vierjarig onderzoeksproject om de ontwikkelingsbiologie van de nieuwe fruitsoort beter te begrijpen.

De kiwibes, of Actinidia Arguta, behoort tot hetzelfde geslacht als de klassieke kiwi, maar komt oorspronkelijk uit koudere streken in Noordoost-Azië en zelfs Siberië. Dat maakt dat de vrucht ook in onze streken bijzonder goed gedijt. De Hogeschool Gent sloeg enkele jaren geleden de handen in elkaar met de veiling Profruco en de provincie Oost-Vlaanderen om de nieuwe teelt te laten doorbreken in Vlaanderen. Aan interesse is er geen gebrek. 

Momenteel begeleidt de Hogeschool Gent het opstarten van de kiwibesteelt op een 25-tal fruitteeltbedrijven. Op termijn mikt men bij Profruco op tien procent van de kiwimarkt. Dat zou goed zijn voor 400 hectare in Vlaanderen, wat van de kiwibes een volwaardige poot binnen de Vlaamse fruitsector kan maken, luidt het daar. Maar aangezien de teelt met geen enkele andere in Vlaanderen kan vergeleken worden op het vlak van groei en teelttechniek is een goede bedrijfsbegeleiding van cruciaal belang.

"Als men de introductie van nieuwe kiwibescultivars op bedrijfsniveau goed wil onderbouwen, dan is een betere kennis van de ontwikkelingsbiologie en -fysiologie nodig", zegt Filip Debersaques van de Hogeschool Gent. "Naast de ervaring die we opdoen in proefplantages en de contacten met buitenlandse projectpartners is dus ook verder wetenschappelijk onderzoek nodig om de specifieke groeiomstandigheden in Vlaanderen en hun invloed op de kiwibesplant in kaart te brengen".

Eén van de belangrijkste aandachtspunten bij de teelt van de kiwibes is het gevaar van lentevorst. De kiwibesplant is zeer winterhard, maar eens de knoppen beginnen uit te lopen, zijn de scheuten zeer vorstgevoelig. Lichte vorst kan al gauw een forse daling van de opbrengsten veroorzaken. "Met het nieuwe onderzoeksproject willen we een aantal aspecten van deze problematiek bestuderen", zegt Debersaques. Het onderzoek moet ook een antwoord bieden op de vraag welke cultivars in serres kunnen geteeld worden.