"Groeiende consensus over recht op marktafscherming"
nieuwsTien jaar geleden verwachtte de FAO dat er tegen 2010 "maar" 680 miljoen mensen honger zouden lijden. Intussen zijn er de VN-millenniumdoelstellingen van 2000. Als die gehaald worden, zullen er in 2015 nog altijd meer dan 600 miljoen mensen honger lijden. Maar het staat al vast dat die millenniumdoelstellingen realistisch gesproken onbereikbaar zijn. Slechts 13 van de pakweg 100 echte ontwikkelingslanden in de wereld halen min of meer het tempo voor 2015, aldus journalist Bernard Bulcke.
Er is de jongste jaren geen gebrek geweest aan debat en internationale topconferenties waar het probleem van honger en onderontwikkeling aan de orde kwam. In 1999, naar aanleiding van de WTO-ministerconferentie van Seattle, leek het dat er een nieuwe wereldbeweging op gang was gekomen die voor de doorbraak zou zorgen. Er kwam in 2001 een Doha-ontwikkelingsronde en een jaar eerder was er de VN-Millenniumconferentie.
Landbouw staat centraal in de discussie. Ruim driekwart van de honger situeert zich immers op het platteland. De remedies voor de strijd tegen de honger werden vroeger vaak verdronken in ideologische discussies over vrijhandel en economische groei. Sloganesk werd en wordt beweerd dat de bescherming van de landbouwsector nefast is voor honger en armoede in de wereld. Niet het minst werd de Europese Unie daarbij met de vinger gewezen. Grotendeels terecht, schrijft Bulcke.
Hij wijst er tegelijkertijd op dat de Unie zijn landbouwbeleid intussen fors bijgestuurd heeft. De exportsubsidies zijn al met een derde verminderd en zullen in 2013 verdwenen zijn. De EU-25 is de grootste importeur uit de ontwikkelingslanden, vaak zonder enige handelsbelemmering. Maar er is nog een veel belangrijker evolutie in de geesten. Het recht op afscherming van lokale landbouwmarkten wordt almaar nadrukkelijker erkend als beleidsdoelstelling.
Veel nadrukkelijker dan voorheen komen daardoor de grote multinationale bedrijven in beeld die in de ontwikkelingslanden de prioriteit opeisen en boven ieders controle de wet van de vrijhandel dicteren aan corrupte regimes. Het inzicht groeit dat niemand greep heeft op die grote conglomeraten die zich boven iedere democratische controle konden plaatsen.
Bulcke haalt als voorbeeld de koffiemarkt aan. Vier bedrijven - Neumann, Volcafé, Ecom en Dreyfus - verhandelen 40 procent van de wereldmarkt en beheersen dus in naam van de vrijhandel de basisproductie. Philip Morris, Nestlé en Sara Lee verwerken onder hun drieën 45 procent van de wereldmarkt. Voor andere belangrijke "landbouwproducten" uit de ontwikkelingslanden is de toestand niet anders. Wie krijgt daar ooit vat op?, vraagt de journalist zich af in De Standaard.