nieuws

Ghent Bio-Energy Valley breidt plannen verder uit

nieuws
Vier ambtenaren zullen na de zomervakantie op basis van technische criteria de gegadigden voor de productie van biobrandstoffen beoordelen. "Door de complementaire cluster van bio-industriële bedrijven in en rond de Gentse haven scoren we spectaculair beter dan de concurrentie inzake eco-efficiëntie en groeipotentieel". Dat zei professor Wim Soetaert, coördinator van Ghent Bio-Energy Valley, donderdag tijdens een persconferentie in Gent. Bio Alco Fuel en Bioro zitten intussen niet stil.
22 juni 2006  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 14:33
Producenten van biobrandstoffen die een deel van het nationale productiequotum wensen, krijgen tijdens de zomervakantie de tijd om hun project in te dienen. Daarna zullen vier ambtenaren op basis van technische criteria de gegadigden voor de productie van bio-ethanol en biodiesel aanwijzen. "Door de cluster van bio-industriële bedrijven in en rond de Gentse haven scoren we spectaculair beter dan de concurrentie inzake eco-efficiëntie en groeipotentieel". Dat zei de Gentse professor Wim Soetaert die alle activiteiten van Ghent Bio-Energy Valley coördineert, donderdag tijdens een persconferentie in Gent.

Ghent Bio-Energy Valley is publiek-private samenwerking tussen de Universiteit Gent, de Stad Gent, het Gentse havenbedrijf, de provinciale ontwikkelingsmaatschappij Oost-Vlaanderen en bedrijven die bezig zijn met de productie, opslag en distributie van bio-energie. "Zelfs buitenlandse partners komen aankloppen om in het project te stappen, maar voor hen houden we de boot voorlopig af", zegt havenschepen Daniël Termont (SP.A). "Maar voor bijvoorbeeld de Brugse enzymenproducent Genecor zetten we de deur wel open".

Soetaert benadrukt dat de zogeheten bio-gebaseerde economie veel meer omvat dan de productie van bio-ethanol en biodiesel. "Dit is gewoon een eerste stap van een heel brede beweging. Producten zoals bioplastics en andere chemische stoffen geproduceerd uit hernieuwbare grondstoffen zitten in de pijplijn. Het onderzoek hiernaar gebeurt door de Gentse universiteit in samenwerking met de bedrijven die zich verenigen in Ghent Bio-Energy Valley".

Drie spelers staan al een tijdje te popelen om in de Gentse haven te starten met de productie van biobrandstoffen. Oleon en Bioro willen biodiesel produceren. Die laatste wil op het Rodenhuizendok een nieuwe biodieselfabriek bouwen met een productiecapaciteit van 200.000 ton per jaar. De joint-venture tussen Biodiesel Holding, Vanden Avenne en Cargill maakte donderdag bekend dat de GIMV een minderheidsparticipatie genomen heeft in het project.

Het benodigde koolzaadareaal kan oplopen tot 120.000 hectare. Via partner Cargill is Bioro er al in geslaagd om de volledige Waalse koolzaadoogst van dit jaar te contracteren. Bioro is vragende partij om te praten met de Vlaamse landbouworganisaties zodat afspraken kunnen gemaakt worden over het Vlaamse koolzaadareaal. De vakorganisaties hopen alvast dat de stijgende vraag naar plantenolie de koolzaadprijs verder omhoog duwt.

Ook voor de productie van bio-ethanol komen er kansen voor de Belgische boeren, benadrukt Xavier Vanden Avenne namens Alco Bio Fuel dat een fabriek wil bouwen met een capaciteit op jaarbasis van 300.000 kubieke meter ethanol. Voorwaarde is dat het project driekwart van het nationale productiequotum toegewezen krijgt. "Van zodra de quota zijn toegekend, zullen we starten met de opmaak van een aantal typecontracten die we willen sluiten met landbouwers".

Alco Bio Fuel heeft plannen om samen met andere partners op het Rodenhuizendok ook een biomassacentrale met warmtekrachtkoppeling te bouwen. Die zou 20 megawatt groene elektriciteit moeten produceren naast de benodigde hoeveelheid stoom voor het bio-ethanolproject. "Daardoor zal de milieubalans voor de productie van biobrandstoffen nog gunstiger zijn", aldus Vanden Avenne.

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek