Gents onderzoek legt belang van verbreding bloot
nieuwsDalende inkomsten, stijgende kosten en allerlei beperkingen zorgen ervoor dat veel boeren en tuinders op zoek gaan naar nieuwe oplossingen om hun bedrijf uit te bouwen. Een team onder leiding van professor Van Huylenbroeck verwerkte in West-Vlaanderen 2.400 schriftelijke enquêtes en hield een jaar lang van 30 bedrijven alle gegevens bij met betrekking tot hun verbrede activiteit(en) om het fenomeen in kaart te brengen.
Uit het onderzoek blijkt dat 18 procent van de bedrijven bezig is met verbreding. Het gaat voornamelijk om jongere bedrijfsleiders en grotere bedrijven. De meest voorkomende vormen van verbreding zijn natuurbeheer, verkoop en verwerking op de hoeve van groenten en fruit, hoeveverkoop en -verwerking van zuivel en dagrecreatie. Met hun verbrede activiteiten proberen de boeren in kwestie in de eerste plaats een aanvullend inkomen te behalen. Maar het doet boeren ook deugd dat ze op die manier sociale contacten kunnen opbouwen en het imago van de sector ondersteunen.
Het inkomen dat de bedrijven uit de verbrede activiteit puren, verschilt sterk van bedrijf tot bedrijf. Op een meerderheid van de bedrijven maakt verbreding minder dan tien procent van het inkomen uit. Daartegenover staat dat bij 15 procent van de 'verbreders' de diversificatie een aandeel in het inkomen heeft van meer dan 30 procent.
De verbreding in de provincie West-Vlaanderen levert naar schatting een totaal arbeidsinkomen op van 20 à 25 miljoen euro. Uitgedrukt in arbeidsplaatsen, betekent dat 600 à 900 jobs. "Dikwijls kan hierdoor de vrouwelijke partner op het bedrijf actief blijven, terwijl ze anders buitenshuis werk zou zoeken", aldus Van Huylenbroeck. "Dit extra inkomen resulteert in een stabielere sector en een vitalere plattelandseconomie".
Het onderzoek wijst uit dat 18 procent van de West-Vlaamse boeren in de toekomst een nieuwe verbrede activiteit wil opstarten. "De overheid moet verbreding dan ook serieus nemen en een beleid uitstippelen dat gericht is op innovatie en integrale streekontwikkeling. Vooral vormen van samenwerking tussen verbreders onderling maar zeker ook met andere schakels in het voedingskanaal moeten de nodige stimulansen krijgen. Daarnaast moet de overheid boeren actiever begeleiden zodat ze aan de bestaande regelgeving kunnen voldoen", adviseert Van Huylenbroeck.
Een meer gedetailleerd verslag van de studie leest u in een van de eerstvolgende nummers van geVILT.