Gemeenten willen meer middelen voor plattelandswegen

De smalle, verharde landbouwwegen zijn niet enkel meer in gebruik voor de landbouw. Steeds meer spelen ze een rol in fiets- en wandeltoerisme en maken ze deel uit van een netwerk van ‘zachte’ verbindingen tussen kleine dorpen of gehuchten. Het onderhoud van deze wegen vraagt echter een zware financiële inspanning van de gemeentebesturen waar maar een lage economische return tegenover staat. "Wij vragen een wettelijk en financieel kader om het voortbestaan van de plattelandswegen te verzekeren”, zegt Jos De Meyer, Vlaams volksvertegenwoordiger.

“‘Landbouwmachines worden niet alleen steeds zwaarder en breder, maar ook het agrarische transport stijgt”, aldus De Meyer. “Daarnaast zorgen toenemend sluipverkeer, woon-werkverkeer en toeristisch verkeer voor een veel snellere aftakeling van de landbouwwegen. Naast landbouwgebruik zijn de plattelandswegen de laatste decennia immers een belangrijke rol gaan spelen in de recreatieve ontsluiting van het platteland. Het toegenomen fiets- en wandeltoerisme, met zijn aangepaste routes of knooppuntennetwerken, heeft zijn weg gevonden langs de diversiteit aan landbouwwegen in Vlaanderen maar met de kwaliteit van dit wegennetwerk is het niet altijd goed gesteld”.

“Het onderhoud van landbouwwegen is een taak van de steden en gemeenten” vervolgt Jan Verfaillie, Vlaams parlementslid en burgemeester van Veurne. “Plattelandsgemeenten hebben vaak een beperkt aantal inwoners, maar door de omvang van het buitengebied heel wat landbouwwegen. Hun fiscale draagkracht laat vaak niet toe om deze wegen goed te onderhouden. En op Vlaams niveau worden momenteel nagenoeg geen subsidies uitgetrokken voor het onderhoud van landbouwwegen”.(MP)