GAIA wil wettelijk verbod op pelsdierkwekerijen

Volgens een onderzoek van GAIA is 86 procent van de Belgen voorstander van een wettelijk verbod op pelsdierkwekerijen. “Dit is niet zozeer te verklaren omdat ze denken dat het in die kwekerijen slecht gesteld is met het dierenwelzijn, maar wel omdat ze principieel gekant zijn tegen het feit dat dieren gedood worden voor hun pels”, zegt GAIA. De bontfederatie vindt de afschaffing van een volledige sector absurd.

In opdracht van GAIA voerde onderzoeksbureau Ipsos een studie uit naar de houding van Belgen ten aanzien van bont en pelsdierhouderij. Die studie werd eerder al uitgevoerd in 2009. De resultaten van het nieuwe onderzoek liggen in dezelfde lijn al in 2009. Toen was 85 procent voorstander van een verbod op kwekerijen waar dieren enkel en alleen gekweekt worden voor hun vacht. Nu is dat 86 procent.

Volgens GAIA zijn de slechte levensomstandigheden van de dieren maar bij een beperkte groep de motivatie om voorstander te zijn van een verbod. “Slechts drie op tien respondenten weten dat nertsen in kleine kooien worden opgesloten en slechts 20 procent weet dat de dieren na acht maanden worden gedood door vergassing”, zegt Michel Vandenbosch, voorzitter van de dierenrechtenorganisatie.

Uit het onderzoek van GAIA blijkt dat mensen gekant zijn tegen de pelsdiersector om principiële redenen: ze willen niet dat dieren enkel voor hun pels worden gedood. Daarom roept de organisatie de politiek op om het voorbeeld van Groot-Brittannië en Oostenrijk te volgen en de pelsdierhouderij bij wet te verbieden. “Dat is het enige passende antwoord op de resultaten van deze enquête”, aldus Vandenbosch.

De Belgische Bontfederatie noemt de oproep van GAIA om een volledige reguliere sector af te schaffen, absurd. “In België zijn 19 pelsdierhouderijen actief. Het zijn allemaal familiale bedrijven die met eigen kapitaal fors geïnvesteerd hebben in nieuwe technieken om het dierenwelzijn te verbeteren en te garanderen. Ze zorgen ook voor tewerkstelling. Het is absurd om dit op basis van de resultaten van een enquête allemaal op de helling te zetten”, zegt Isolde Delanghe, secretaris van de Belgische Bontfederatie.

Bovendien betwist de federatie de resultaten van de studie van GAIA. Samen met EFBA, de Europese federatie voor de pelsdierhouders, liet de Belgische Bontfederatie in december 2010 ook een studie uitvoeren door hetzelfde onderzoeksbureau Ipsos. In totaal werden 1.000 Belgen bevraagd, representatief over geslacht, leeftijd, opleidingsniveau en regio. Daaruit blijkt dat de helft van de Belgen (49%) van mening is dat de pelsdierhouderij, gebonden aan strikte regels, toegelaten moet blijven in Europa.

Uit het onderzoek blijft eveneens dat vier op tien Belgen onvoldoende geïnformeerd is wanneer het gaat over pelsdierhouderijen. “Dit leidt tot misverstanden en een gebrek aan bewustzijn en dus een negatief beeld van de sector”, aldus Delanghe. De bontfederatie probeert dit te verhelpen door meer informatie te verspreiden over de pelsdierhouderij en het werk van pelsdierhouders. “Wij staan ook open voor alle vragen en voor bezoeken aan ateliers en kwekerijen van nertsen zodat iedereen onze inspanningen op vlak van dierenwelzijn met eigen ogen kan aanschouwen”, klinkt het.

Uit het onderzoek van GAIA blijkt dat maar zeven procent van de respondenten iemand kent die een bontjas heeft en maar vier procent zegt een kledingstuk te bezitten waar bont is in verwerkt. Ook dat spreekt de bontfederatie tegen. “Bont is weer helemaal in de mode. Niet alleen het afgelopen modeseizoen, maar ook het komende seizoen zien we weer heel wat bont opduiken. Ook tal van grote ontwerpers verwerken ze in hun collecties”, weet Delanghe.

Dit weerspiegelt zich ook in de vraag naar pels. “Zo geeft Kopenhagen Fur, wereldwijd één van de grootste bontveilingen, aan dat de gemiddelde prijs van nerts met maar liefst 112 procent gestegen is over de laatste tien jaar omwille van de stijgende vraag naar bont”, aldus nog de Bontfederatie.