"FAVV-bijdrage is nekslag voor levend erfgoed"

Vanaf volgend jaar moeten alle operatoren van de voedselketen bijdragen aan de werking van het Voedselagentschap. Hobbykwekers worden vrijgesteld van de bijdrage, maar die regeling dekt niet alle kwekers van streekeigen veerassen. Dat zegt Jan Martens van de Stichting Levend Erfgoed. De vereniging vraagt daarom bij monde van voorzitter Jan Martens een vrijstelling voor alle niet-professionele kwekers die zich bekommeren om de genetische diversiteit van het levend erfgoed.

De Stichting heeft de voorbije jaren heel wat kleine kwekers van landbouw- en neerhofdieren weten te overtuigen om aandacht te hebben voor zeldzame rassen. "We hebben onze leden daarbij gewezen op het belang van een goede registratie en hen respect bijgebracht voor de steeds omvangrijkere administratieve reglementeringen", aldus Martens. "Nu deze kwekers de rekeningen voorgelegd krijgen van het Sanitair Fonds, Rendac, DGZ-Vlaanderen en het Voedselagentschap, voelen velen zich bij de neus genomen".

Volgens Martens is vooral het recent verstuurde aangifteformulier voor de berekening van de bijdrage aan het Voedselagentschap hard aangekomen. "Met de huidige regeling zal een vrijetijdsboer met elf schapen van één van onze oude Belgische rassen vanaf volgend jaar 187 euro per jaar moeten bijdragen aan de werking van het Voedselagentschap. Om inteeltproblemen te vermijden, overschrijdt zelfs een kleine kweker makkelijk het maximum aan dieren dat door het agentschap wordt vrijgesteld van bijdrage".

De Stichting Levend Erfgoed vraagt dat álle hobbykwekers zouden worden vrijgesteld. Daarnaast vraagt de organisatie ook dat net zoals bij de andere operatoren ook in de landbouwsector gedifferentieerde tarieven worden ingevoerd. "Het is toch logisch dat grote veebedrijven meer betalen dan de kleine, die in belangrijke mate bijdragen tot het behoud van de genetische diversiteit", stelt Martens.

Hij wijst er op dat veevoederfabrikanten, brouwerijen en vleeswarenfabrikanten straks zo'n 0,01 tot 0,03 procent van hun omzet zullen moeten afdragen aan het Voedselagentschap. Maar voor een kleine veehouder met een 15-tal schapen of geiten zal dat al snel oplopen tot 10 procent van zijn "omzet", zo luidt het bij de Stichting Levend Erfgoed. Vorige week liet minister van Volksgezondheid Rudy Demotte verstaan dat hij bereid is bij de evaluatie van de aangiftes bijzondere aandacht te besteden aan de situatie van de kleine hobby- en gelegenheidstelers in de fruitsector.