Experts akkoord met verhoging testleeftijd BSE

Veterinaire experts van de Europese Unie hebben beslist om de leeftijdsgrens waarop runderen moeten getest worden op de gekkekoeienziekte in de EU-15 te verhogen tot 48 maanden. Op dit ogenblik ligt de drempel nog op dertig maanden voor gezonde slachtdieren en op 24 maanden voor dieren die aan een noodslachting onderworpen worden of die klinische tekenen van een zenuwziekte vertonen. Het Europees parlement krijgt een maand de tijd om het voorstel te be­oordelen, waarna de Commissie het officieel kan bekrachtigen. De maatregel kan dan op 1 januari 2009 ingaan.

België is één van de lidstaten die sterk heeft aangedrongen op een verhoging van de leeftijdsgrens voor BSE-tests. Volgens federaal landbouwminister Sabine Laruelle zijn de budgetten die besteed worden aan de BSE-tests al lang niet meer in overeenstemming met het potentiële risico. Drie maanden geleden meldde de Europese Voedselautoriteit Efsa dat een verhoging van de leeftijdsgrens tot 48 maanden er op jaarbasis voor zal zorgen dat gemiddeld minder dan één extra BSE-geval door de mazen van het controlenet zal glippen.

In de EU-15 worden jaarlijks ongeveer tien miljoen runderen getest op BSE. Het aantal gevallen van dollekoeienziekte daalde van 2.164 in 2001 tot 149 in 2007. Het laatste BSE-geval in ons land dateert van 15 maart 2005. Niettemin kost de gekkekoeienziekte ons land op jaarbasis nog altijd meer dan 18 miljoen euro, dat is zowat tien procent van het budget van het Voedselagentschap. In 2008 zullen in België ongeveer 350.000 runderen getest worden op de gekkekoeienziekte. Per rund factureert het Voedselagentschap 11,07 euro aan het slachthuis, dat de rekening doorstuurt naar de eigenaar van het geslachte dier.

De voorbije jaren hebben niet alleen de EU-15 maar ook een aantal nieuwe lidstaten strikte maatregelen genomen om BSE uit te roeien. De Commissie sluit niet uit dat deze landen binnen afzienbare tijd eveneens de testleeftijd zullen mogen verhogen.(KS)