"Europees waterbeleid afstemmen op het landbouwbeleid"

Op de informele Europese Raad Leefmilieu in Boedapest hebben de lidstaten zich gebogen over het toekomstig waterbeleid in de EU. In dat kader pleitte Vlaams minister van Leefmilieu Joke Schauvliege namens België voor een doorgedreven vereenvoudiging van de procedures en meer samenwerking. Schauvliege drong ook aan op afstemming en overleg met andere domeinen zoals de land- en tuinbouw.

De aandacht voor duurzaam waterbeheer past in de Europese 2020-strategie voor een 'Resource Efficient Europe', één van de vlaggenschipinitiatieven van de Europese Commissie. Volgend jaar komt de Commissie naar buiten met een blauwdruk voor het vrijwaren van water als levensnoodzakelijke hulpbron.

Aanpassing aan de klimaatverandering dwingt tot beter watermanagement, vooral met het oog op hoe we omgaan met overstromingsrisico´s. Ook de inzet van 'groene infrastructuur' oftewel ecosystemen als wetlands, maatregelen ter voorkoming van erosie en de aanleg van overstromingsgebieden kaderen daarin. Als gevolg van waterschaarste en droogte wordt ook een vraaggestuurd watermanagement in de nabije toekomst belangrijk.

Op basis van de ervaringen van de eerste cyclus waterbeheerplannen wees minister Schauvliege op de te logge plannings- en administratieve procedures van de Europese Kaderrichtlijn Water. “Het gevolg is dat de opmaak van de stroomgebiedbeheerplannen te lang duurt en dat dit leidt tot complexe discussies over de financiering." Dat maakt volgens haar een degelijke en tijdige implementatie heel moeilijk.

"De uitdagingen zijn des te groter voor kleine, dichtbevolkte en lagergelegen stroomgebieden als België”, aldus minister Schauvliege. Vlaanderen is zelf bezig met een vereenvoudiging van de eigen procedures. De minister stelde ook voor om de monitoring en de rapporteringen sterk te vereenvoudigen. 

Om het waterbeleid in andere politieke domeinen zoals in het gemeenschappelijk landbouwbeleid te integreren, moeten er nog obstakels worden opgeruimd. “Waterbeleid wordt te vaak beschouwd als een bijkomende bron van uitgaven en beperkingen", stelt Schauvliege. "We moeten het meer zien als een kans om nieuwe opportuniteiten te ontwikkelen of om op lange termijn productiekosten te verminderen of nieuwe voordelen te zoeken.”

De minister gaf het voorbeeld van de landbouwers die vrijwillig watervriendelijk en -efficiënt zouden gaan werken indien zij van de mogelijke voordelen overtuigd worden en voor hun inspanningen billijk beloond worden.

Minister Schauvliege sneed tot slot de internationale samenwerking aan om op een geïntegreerde manier uitzonderlijke neerslag op te vangen. België is zelf betrokken bij vier grensoverschrijdende riviergebieden: Schelde, Maas, Rijn en Seine. In elk gebied opereert een internationale riviercommissie.

Er is een digitaal alarmsysteem dat waarschuwt voor een grensoverschrijdende watervervuiling. Schauvliege drong aan op een Europees initiatief om ook voor waterkwantiteit (hoog- en laagwater) de samenwerking te versterken.