Europees parlement wil meer steun voor jonge boeren

Het Europees parlement heeft een rapport goedgekeurd waarin geijverd wordt voor een verjonging van de landbouwsector. Momenteel wordt meer dan de helft van de Europese landbouwbedrijven geleid door boeren ouder dan 55 jaar, terwijl uit onderzoek blijkt dat bedrijven met jonge zaakvoerders gemiddeld rendabeler zijn. "Dit rapport geeft onze eigen actiepunten goed weer", zegt een tevreden Groene Kring-voorzitter Pieter Van Oost, die hoopt dat alle politieke niveaus lessen trekken uit de aanbevelingen.

Een kwart van de Europese boeren is ouder dan 65 jaar, en dat terwijl slechs 7,6 procent van de boeren jonger is dan 35. In ons land blijft 14 procent van de landbouwers onder die leeftijdsgrens. Vooral in de zuiderse lidstaten is de landbouwsector danig vergrijsd: in Italië is amper 5,2 procent van de landbouwers jonger dan 35, in Portugal zakt dat percentage tot 3,7 procent. Om de plattelandsvlucht in heel wat Europese buitengebieden af te remmen, moeten er maatregelen genomen worden die meer kansen bieden aan startende boeren, luidt de redenering.

Dat is nodig, want jonge landbouwers zullen in de toekomst steeds meer concurrentie ondervinden uit derde landen, terwijl de kapitaalsintensiteit voortdurend toeneemt en de milieu-eisen strenger worden. In het voordeel van de jongeren pleit wel dat ze meer dan ouderen bereid zijn om innoverende keuzes te maken waardoor ze beter inspelen op de markt en de behoeften van ecosystemen. Maar dan moeten ze er natuurlijk eerst in slagen om een bedrijf op te starten.

Het Europees parlement is van oordeel dat steun aan jonge landbouwers een verplichte maatregel moet worden in de programma's voor plattelandsontwikkeling. Daarbij wordt een verhoging van de huidige vestigingspremies gesuggereerd. Verder zou de toegang tot productierechten vergemakkelijkt moeten worden. "Dat is waar Groene Kring al een hele tijd op aandringt in het dossier van de pensioenboeren", zegt Van Oost. Er wordt ook gedacht aan een vervroegde pensioenregeling in het geval een bedrijf wordt overgenomen door een jonge landbouwer.

Het Europees parlement beveelt de ontwikkeling van instrumenten aan die het mogelijk maken om bij de overdracht van landbouwgrond prioriteit te geven aan jonge boeren die zich willen vestigen. Men vraagt steun voor de aankoop van gronden met uitstel van betaling, een mechanisme voor geleidelijke vestiging en de verhuur van een gedeelte van de landbouwgronden. Dergelijke maatregelen zijn volgens Van Oost geen overbodige luxe aangezien aangezien de sterk stijgende grondprijzen de vestigingskansen voor starters ernstig hypothekeren.

Verder hecht het Europees parlement ook belang aan een kwaliteitsbeleid. Om de resultaten van het landbouwonderzoek vlotter in de praktijk te brengen, moeten de jonge boeren een betere toegang krijgen tot de onderzoeksresultaten en de meest moderne productiemiddelen. Bijkomend roepen de europarlementariërs op om te investeren in vorming, met de nadruk op bedrijfseconomische opleidingen.

"De analyse van het Europees parlement leert ons dat men zich tot op het hoogste politieke niveau heel goed bewust is van de problemen waar jonge boeren mee kampen", zegt Van Oost. "We verwachten nu dat de tekst zich ook vertaalt in concrete beleidsacties op het Europese, nationale en regionale niveau".(KS)

Meer informatie: Veraldi-rapport

Lees ook: geVILT: Pieter Van Oost (Groene Kring): "Vlaamse boer kan schaarste helpen oplossen"