EU bevestigt Vlaamse visie over export pluimveemest

In de zaak van het transport van pluimveemest naar Frankrijk volgt de Europese Commissie de redenering van Vlaanderen en bevestigt daarmee dat het transport van zuiver dierlijke mest niet onder de Afvalstoffenrichtlijn valt. De Mestbank zal nu gesprekken opstarten met de bevoegde milieu- en landbouwdiensten in Frankrijk om zo snel mogelijk een akkoord te verkrijgen over een vereenvoudigde procedure voor de export van pluimveemest. Dat antwoordde minister Hilde Crevits op een parlementaire vraag van Erik Matthijs (CD&V).

Sinds oktober 2007 ondervinden Vlaamse pluimveebedrijven hinder om hun mest uit te voeren naar Frankrijk. Enkele Franse departementen grepen toen naar de vernieuwde Europese Afvalstoffenrichtlijn om de invoer van pluimveemest afkomstig van bedrijven met meer dan veertigduizend kippen te bemoeilijken of te verhinderen. Die mestexport is echter belangrijk voor Vlaanderen om het mestoverschot weg te werken.

Het Europese Hof van Justitie oordeelde eerder al dat mest niet als afvalstof kan worden beschouwd indien het "als meststof rechtmatig op naar behoren geïdentificeerde gronden wordt gebracht". Nu volgt ook de Europese Commissie die redenering en stelt dat het gaat over dierlijke bijproducten die niet voor menselijke consumptie bestemd zijn.

Over de toepassing van de IPPC-richtlijn heeft de Commissie zich ook uitgesproken. Die richtlijn voorziet dat alle grote veehouderijen vanaf 30 oktober 2007 moeten voldoen aan de best beschikbare technieken (BBT's). De Europese Commissie is van mening dat die richtlijn niet van toepassing is op het spreiden van mest op gronden buiten het IPPC-bedrijf.

"De duidelijke bevestiging van ons standpunt geeft ons een stevig houvast bij verdere onderhandelingen met Frankrijk", meent minister Crevits. Zij heeft opdracht gegeven aan de Mestbank om een oplossing uit te werken voor het probleem. "Het is de bedoeling om op korte termijn een akkoord over een vereenvoudigde procedure voor de export van pluimvee- en paardenmest te bereiken. Dit zal de betrokken landbouwers en transporteurs weer rechtszekerheid en betere garanties op een continue en transparante export bieden".(GL)