Duizenden druiven blijven hangen in serres

Het gaat slecht met de Belgische tafeldruif. Vooral de fors toegenomen invoer uit warmere streken en de hoge kosten voor verwarming spelen de telers parten. De Druivenstreek rond Hoeilaart en Overijse jammert. Er hangen nog duizenden druiven in de serres. "En dat blijft waarschijnlijk zo tot Nieuwjaar", zegt Marie-Louise Adriaens (60) van het gelijknamige druivenbedrijf in Het Laatste Nieuws. "Ik zou dan ook een oproep willen doen: hier zijn nog heel veel lekkere druiven te koop..."

De druiven zijn dit jaar van een uitzonderlijke kwaliteit en toch geeft de consument meer de voorkeur aan de ingevoerde vruchten uit het Middellandse-Zeegebied en Chili. Ook de hoge verwarmingskosten spelen de Belgische telers parten. Ze kunnen die gestegen brandstofprijs immers niet doorrekenen in de prijs, anders zouden ze zich volledig uit de markt prijzen.

De duurdere brandstofprijzen veroorzaken ook een neveneffect volgens Marie-Louise. "Het toerisme gaat achteruit. Vroeger kwamen inwoners van het hele land naar de Druivenstreek. Ik vermoed dat ze nu liever sparen. De mensen eten ook geen goede, gezonde desserten meer. En de onderbroken brug over de E411 is een bijkomende streep door de rekening van de telers in Maleizen en het zuiden van Overijse. Ik denk dat veel telers zullen stoppen".

Veel telers schakelen over naar groenten en andere soorten fruit of houden er gewoon mee op. Er zijn momenteel nog 50 telers over in de eens zo glorieuze Druivenstreek, maar hun aantal daalt gestaag. Ooit telde de teelt 35.000 serres in de streek van Overijse, Hoeilaart en Huldenberg. Omstreeks 1950 produceerden die 15.000 ton druiven. Toch is er mogelijk enige beterschap op komst: de Europese Unie overweegt om de Belgische tafeldruif als streekproduct te erkennen.