Duitse technicus mag Vlaamse melkinstallatie checken
nieuwsDe organisaties DLG (Duitsland), stichting KOM (Nederland) en Control (België) bieden allen een cursus aan met het oog op het behalen van het certificaat. De technici krijgen onderricht in onder meer melktechniek, melkkwaliteit, uiergezondheid, hygiëne, melksystemen en het toetsen volgens de gangbare normen. In het kader van kwaliteitsborging en diergezondheid dient de melkinstallatie immers te voldoen aan internationale ISO-normen.
De cursus wordt afgesloten met een examen waarbij de technici zowel mondeling, schriftelijk als in de praktijk hun vaardigheden moeten aantonen. Voor het behoud van het certificaat dient een technicus jaarlijks een bijscholingsdag te volgen, waarbij ook de meetapparatuur gecontroleerd wordt. Op steekproeven en rapportbeoordelingen moet de technicus voldoende resultaten behalen.
Vanwaar die rigide aanpak? "Problemen met de melkkwaliteit of uiergezondheid die het gevolg zijn van een niet goed functionerende melkinstallatie leiden tot economische verliezen voor de veehouder. Een goed onderhouden installatie is de basis voor de productie van kwaliteitsmelk", zegt secretaris-generaal Michel Christiaens van Fedagrim, die erop wijst dat de melkkwaliteit niet alleen bepaald wordt door de machine, maar ook door het management van de boeren in kwestie.
"Gecertificeerde melkmachinetechnici moeten daarom bekwame gesprekspartners zijn die de veehouders met raad en daad kunnen bijstaan. Ze begrijpen de samenhang tussen mens, dier en techniek en kunnen beoordelen of er een dierenarts of staladviseur moet bij betrokken worden", besluit Christiaens.(KS)