Dieven halen grote koelcel uit Antwerps slachthuis

Sinds de sluiting in 2006 is het slachthuis een verlaten plek. Er is nauwelijks verlichting en geen passage. Maar helemaal afgesloten is het terrein ook niet, want er zijn nog een paar bedrijven waar vrachtwagens dag en nacht moeten kunnen lossen en laden. En dus is de slachthuissite een gedroomde plek voor vandalen. "Maar ook voor krakers, daklozen, graffitispuiters, druggebruikers en koperdieven", zegt Alexandre Druwel. "Ze slaan een ruitje in, trappen een deur open en breken in. Ik doe hier elke dag mijn ronde en elke keer is er wel weer een andere deur of raam kapot".

Vorige week waren de vernielingen van een ander kaliber. "Ik was hier drie dagen niet geweest. Toen ik terugkwam zag ik dat één van de poorten van het slachthuis was opengebroken. Binnen hadden de dieven een hele koelcel meegenomen. Zo'n cel bestaat uit geïsoleerde wanden van zes meter hoog. Ze hadden die allemaal netjes gedemonteerd. In totaal stalen ze voor 120 meter aan wanden". De dieven vezen ook twee koelelementen uit het plafond en namen twee schuifdeuren mee. "Da's voor 30.000 euro aan materiaal".

Volgens Druwel is er een georganiseerde bende aan het werk geweest. "Om die wanden en koelelementen mee te nemen, moeten de dieven een vrachtwagen en een hoogwerker hebben gehad", zegt hij. "Volgens mij zijn ze ook overdag langsgeweest. Want 's nachts hadden ze grote lampen moeten gebruiken en die waren dan zeker opgevallen. Bovendien patrouilleert de politie hier als het donker is. Overdag valt zo'n vrachtwagen minder op".

Toch hoopt Druwel dat iemand getuige was van de diefstal en zich meldt bij de politie. "Zo'n brutale inbraak mag niet ongestraft blijven", vindt hij. Sinds het slachthuis gesloten is, willen vader en zoon Druwel hun site verkopen aan de stad. Er zouden onder meer een topsporthal, winkels, een hotel en twee stadspleinen komen. Volgens Alexandre Druwel moet de deal over enkele weken rond zijn.(KS)