Crisis doet investeringen in landbouw licht dalen
nieuwsHet aantal investeringsdossiers dat afgelopen jaar werd ingediend bij het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) is teruggelopen van 3.920 in 2008 tot 3.380 in 2009. Het gemiddelde investeringsbedrag per dossier steeg dan weer lichtjes tot 151.999 euro. Dat blijkt uit het jaarverslag van VLIF dat werd voorgesteld op het landbouwbedrijf Hof ten Henne in het Oost-Vlaamse Iddergem.
In 2009 werden 2.442 investeringsdossiers door landbouwers en 938 dossiers door tuinbouwers ingediend bij het VLIF. Dat zijn er minder dan in 2008 toen het investeringsfonds 2.815 dossiers in de landbouw en 1.105 dossiers in de tuinbouw ontving. Het gemiddelde investeringsbedrag bedroeg 151.999 euro, een lichte stijging tegenover 2008 (150.319 euro). In vergelijking met 2007 is dat wel een fikse stijging. Toen schommelde het investeringsbedrag per dossier nog rond de 122.000 euro.
Het aantal nieuwe vestigingen door jonge landbouwers bedroeg afgelopen jaar 176. Dat is een vrij sterke daling tegenover 2008 toen er 225 vestigingsdossiers werden ingediend. Ook de gemiddelde vestigingskosten daalden van 216.849 euro in 2008 tot 184.824 euro in 2009. “Deze dalingen zijn wellicht te verklaren door een wijziging in de wetgeving. Vorig jaar werd aangekondigd dat de vestigingssteun opnieuw zou stijgen. Wellicht zijn heel wat jongeren daarop aan het wachten”, legt Luc Uytdewilligen, afdelingshoofd van het VLIF uit.
Ook per sector zijn er opmerkelijke verschillen. In de melkveehouderij is het aantal investeringen gedaald, maar het gemiddelde investeringsbedrag stijgt. Die tendens tekent zich het duidelijkst af bij de investeringen in melkveestallen. Waar in 2008 326 dossiers werden ingediend voor een gemiddeld bedrag van 139.000 euro, waren dat in 2009 slechts 211 dossiers voor gemiddeld 161.000 euro per dossier. "In de melkveesector zijn een aantal bedrijven al versneld aan het omschakelen naar een grotere productie na de afschaffing van de quota", luidt het.
In de vleesveehouderij zien we dat het totale investeringsvolume stijgt naar 15,5 miljoen euro ten opzichte van 5,7 miljoen euro in 2008. Het aantal aanvragen voor vleesveestallen steeg van 64 dossiers in 2008 tot 138 dossiers in 2009. Die evolutie zou het gevolg zijn van het afschaffen van de grondgebondenheid in de vleesveehouderij vanaf begin 2009 in het kader van het herstelplan van de Vlaamse overheid.
In de tuinbouwsector loopt het aantal ingediende investeringsdossiers voor serres, tunnels, waterreservoirs en vaste uitrusting voor gebouwen terug. Ook de omvang van de dossiers daalt. Voor serres bijvoorbeeld was het gemiddeld investeringsbedrag in 2009 211.000 euro tegenover 220.000 euro een jaar terug. Het aantal dossiers daalde in dezelfde periode van 227 tot 165.
De crisis in de varkenshouderij werd niet weerspiegeld in de investeringen. Zowel voor zeugen- als voor vleesvarkensstallen steeg het aantal ingediende dossiers en het gemiddeld investeringsbedrag. Het investeringsvolume is gestegen met 22,2 procent. Volgens Uytdewilligen is dit te verklaren doordat varkensbedrijven sinds kort opnieuw kunnen groeien wanneer zij de nodige mestverwerkingscertificaten kunnen voorleggen. "Zij bereiden zich voor op betere economische tijden en groeien verder door".
Het aantal investeringsdossier dat het VLIF ontving voor investeringen in zonnepanelen steeg van 307 in 2008 tot 363 in 2009. Het gemiddelde investeringsbedrag daalde, maar dat zou vooral het gevolg zijn van een daling van de prijs van zonnepanelen. Investeringen in andere vormen van hernieuwbare energie zoals WKK’s daalde. Dat het gemiddelde investeringsbedrag in WKK’s daalde van 956.000 euro in 2008 tot 654.482 euro in 2009 zou vooral komen doordat het nu vooral kleinere tuinbouwbedrijven zijn die investeren in de techniek.
Volgens Uytdewilligen maken deze cijfers duidelijk dat land- en tuinbouwers blijven investeren wanneer zij opportuniteiten zien. Toch heeft crisisjaar 2009 ook duidelijk zijn sporen nagelaten. Het aantal aanvragen tot uitstel van aflossingen steeg van 92 in 2008 tot 179 in 2009. Ook in de eerste helft van 2010 werden al 120 aanvragen ingediend. Het aantal opzeggingen van kredieten ging eveneens in de hoogte. “Er werd gretig gebruik gemaakt van de mogelijkheden die het herstelplan van de Vlaamse overheid bood. Er was vooral een sterke nood aan liquide middelen en die konden via het herstelplan verschaft worden”, aldus Luc Uytdewilligen.
Ook minister-president Kris Peeters beklemtoonde dat onder meer de vervroegde uitbetaling van kapitaalpremies en de overbruggingskredieten een aantal bedrijven van het faillissement hebben gered. Toch loofde Peeters ook de Vlaamse land- en tuinbouwers die zijn blijven investeren, hoewel de crisis diep gesneden heeft. “Dit wijst erop dat zij ondanks alles zijn blijven geloven in de toekomst".
Het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds kondigde ook aan dat het werkt aan een oefening om te kijken wat de milieu-impact is van tal van investeringen op land- en tuinbouwbedrijven die betoelaagd worden vanuit het VLIF. "Wij zijn erg hoopvol over de uitkomst van deze oefening. Als we kijken naar de investeringen waarvoor milieukengetallen worden ingevuld tegenover de steun voor al de investeringen, dan zien we dat de investeringen met een zekere milieu-impact schommelen rond de 45,9 procent van de totaal toegekend VLIF-steun", besluit Uytdewilligen.
Meer informatie: Jaarverslag VLIF 2009