Co-verwerking in mestverwerkers wordt gemakkelijker
nieuwsHet Vlaams Coördinatiecentrum Mestverwerking (VCM) heeft in overleg met het kabinet van de Vlaamse minister van Leefmilieu en de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) een oplossing uitgewerkt voor de co-verwerking van grondstoffen en secundaire grondstoffen in mestverwerkingsinstallaties. De nieuwe regeling geldt voor digestaten, vlasstof, graanstof en champost.
In Vlaanderen komen een aantal afvalstoffen in aanmerking voor gebruik als secundaire grondstof, met name als meststof of bodemverbeterend middel. Om het statuut ‘secundaire grondstof’ in plaats van ‘afvalstof’ te verkrijgen, moeten ze voldoen aan een aantal strikte voorwaarden van het Vlaams Reglement voor Afvalvoorkoming en -beheer (VLAREA).
Als deze grondstoffen tot voor kort echter verder verwerkt werden, zoals in een mestverwerkingsinstallatie, vielen ze opnieuw onder het statuut ‘afvalstof’. Dit had een aantal vervelende gevolgen. Voor het transport van digestaten (restproduct van biogasinstallaties, nvdr) naar een mestverwerker, bijvoorbeeld, moest een erkende afvaltransporteur ingeschakeld worden. Daarenboven had de eigenaar van de mestverwerker waarin de ‘afvalstoffen’ co-verwerkt werden, een bijkomende milieuvergunning nodig voor de verwerking en opslag van afvalstoffen in agrarisch gebied. Tenslotte werden bijkomende keuringsattesten opgelegd voor de eindproducten.
Op vraag van de mestverwerkende sector heeft VCM dit knelpunt aangekaart op het kabinet van de Vlaamse minister van Leefmilieu. De sector wil toelating om een aantal van deze afvalstoffen als secundaire grondstof te co-verwerken met mest in mestverwerkingsinstallaties. Dit geldt voor de co-verwerking van digestaten in biologiën en composteringsinstallaties en voor de co-verwerking van vlasstof, graanstof en champost (champignonsubstraat, nvdr) in composteringsinstallaties.
Na grondig overleg tussen het kabinet, OVAM en VCM werd voor de co-verwerking van deze stoffen volgende oplossing uitgewerkt. Digestaten kunnen als grondstof co-verwerkt worden in een biologie of compostering, mits een grondstofverklaring van de OVAM verkregen wordt. Concrete procedures en details worden nog uitgewerkt door OVAM.
Vlasstof en graanstof kunnen in een composteringsinstallatie zowel voor als na het composteringsproces als secundaire grondstof worden bijgemengd bij mest, als de sector eenmaal heeft aangetoond dat hierdoor geen negatieve kwaliteitswijzigingen (VLAREA-parameters) optreden. VCM zal dit verder opvolgen en coördineren.
Champost tenslotte, kan in een composteringsinstallatie alleen na het composteringsproces als secundaire grondstof worden bijgemengd bij het eindproduct. Bijmenging voor het composteringsproces kan alleen als afvalstof.
Meer info vind je op de website van VCM