Bolivia hekelt Amerikaanse hulp bij cocabestrijding

De Boliviaanse regering is naar eigen zeggen gefrustreerd over de manier waarop de Amerikanen fondsen beheren die bestemd zijn voor de bestrijding van de illegale cocaproductie in het Zuid-Amerikaanse land. "85 procent van het geld wordt geïnvesteerd in wagens, lonen en hotels met zwembaden, en komt dus helemaal niet terecht bij omschakelende cocaboeren", zegt minister Felipe Caceres. De VS mogen de strijd tegen de cocaïne blijven financieren, maar de Bolivianen willen voortaan zelf bepalen hoe het geld besteed zal worden.

"We zijn van plan om de oorlog tegen de drughandel te nationaliseren", zegt Caceres. "Dat heeft te maken met soevereiniteit en waardigheid". Net zoals president Morales bezit Caceres een lap grond waarop coca verbouwd wordt. In de Andeslanden worden cocabladeren al eeuwenlang gebruikt om vermoeidheid en honger te onderdrukken, maar ze zijn ook de ruwe grondstof voor de productie van cocaïne. Van een nultolerantie tegenover de cocaplant wil Morales geenszins weten.

Volgens cijfers van de Verenigde Naties wordt in Bolivia coca geteeld op 29.000 hectare, terwijl het wettelijk toegelaten areaal met het oog op het traditioneel gebruik van de cocaplant slechts 12.000 hectare bedraagt. Na Colombia en Peru is Bolivia de belangrijkste cocaproducent. Caceres schat dat 65 procent van de totale productie uiteindelijk in het legale circuit belandt. Morales heeft zich eerder laten ontvallen dat hij naar een coca-areaal van 20.000 hectare streeft. Volgens Caceres zal het minstens vijf jaar duren om die doelstelling te behalen.

Daarbij krijgen de Bolivianen de hulp van de VS. Dit jaar pompen de Amerikanen 25 miljoen dollar in de cocabestrijding. Daarnaast zijn er ook nog programma's die cocaboeren moeten helpen omschakelen naar de teelt van koffie, citrusvruchten, bananen, enzovoort. Maar volgens de Boliviaanse regering verdwijnt de Amerikaanse steun voornamelijk in de zakken van hun eigen drugbestrijders die de programma's komen uitvoeren.

"We verwerpen de Amerikaanse steun niet, maar ze moet in de toekomst ten goede komen aan de cocaboeren. Op dit ogenblik hebben we geen greep op onze samenwerking met de VS, en daar moet verandering in komen", zegt Caceres. Volgens de Amerikanen gaat 88 procent van de steun nu al rechtstreeks naar de ondersteuning van de Boliviaanse autoriteiten. "We verwelkomen de idee dat Bolivia bereid is om zelf meer middelen te pompen in de strijd tegen de drughandel", klinkt het diplomatisch.

Intussen blijven de Bolivianen zoeken naar exportkansen voor de waardevolle substanties die zich in de cocaplant bevinden. "Er zitten veertien alkaloïden in de pant, waarvan er slechts één cocaïne is. Als we die stof uit de plant kunnen wegnemen, dienen zich heel wat exportmogelijkheden aan. Dat is ons plan", besluit Caceres.(KS)