Biochip spoort alle plantenziekten in één test op
De DNA-multiscan bestaat uit een biochip, waarop het erfelijk materiaal is geënt van de 60 meest voorkomende ziekteverwekkers van planten. Het gaat zowel om schimmels, bacteriën, nematoden of aaltjes en virussen. Dat membraan wordt in contact gebracht met een staal van een gewas, van grond, van zaden, van water of van een materiaal dat men wil onderzoeken op plantenziekten.
Als zich in dat staal ziekteverwekkers bevinden, wordt het typische DNA van deze organismen onmiddellijk herkend. De biochip is niet alleen in staat de aanwezigheid van een ziekte vast te stellen, maar ook de intensiteit van de ziekteverwekker. 'Er bestaat geen enkele vergelijkbare test die zoveel ziekten tegelijk kan detecteren', zegt Fons Verachter, verantwoordelijk voor het tuinbouwkundig onderzoek in Scientia Terrae, het bedrijf in Sint-Katelijne-Waver dat de biochips produceert. Tot nu toe vereist elke ziekte een aparte test.
Op de DNA-multiscan zijn wereldwijd patenten genomen voor de analyse en de uitbouw van een centrale intelligente gegevensbank. De commercialisering van deze testkit gebeurt door De Ceuster. De maximumprijs voor een scan of onderzoek ligt vast op 155 euro, waarmee een zestigtal ziekteverwekkers gescreend worden. Een klassiek onderzoek om op een staal één ziekte-organisme te detecteren kost zo'n 60 tot 90 euro.
'De DNA-multiscan van Scientia Terrae kan een hoeksteen vormen voor duurzame landbouw', bevestigt Maurice Moens, hoofd van het departement gewasbescherming van het centrum voor landbouwonderzoek aan de UGent. 'Een correcte identificatie van de pathogene kiemen kan de start zijn van een gerichte gewasbescherming. Vooral de snelheid waarmee pathogene kiemen via die chip kunnen worden opgespoord, is baanbrekend', vindt ook Moens.
