Aankoopprotocol DGZ moet insleep dierziekten vermijden
nieuwsDe aankoop van een rund vormt een potentieel risico voor een bedrijf. Al te vaak sluipen dierziekten langs deze weg binnen, met mogelijk zware, economische verliezen tot gevolg. Daarom loopt er bij Dierengezondheidszorg (DGZ) Vlaanderen een programma dat het onderzoek naar ziekten bij aankoop van runderen moet stimuleren. Elke rundveehouder kan hier op vrijwillige basis een beroep op doen.
Cijfers van Sanitel leren dat er in Vlaanderen jaarlijks ongeveer 240.000 en in Wallonië ongeveer 140.000 runderen (exclusief kalveren) veranderen van eigenaar. “De aankoop van een rund gaat vaak gepaard met de aankoop van een ziekte. Niet alle veehouders en dierenartsen zijn zich voldoende bewust van dit gevaar”, waarschuwt DGZ. In het economisch en commerciëel belang van de hele Belgische rundveesector, is het volgens DGZ absoluut noodzakelijk om algemene bioveiligheidsmaatregelen te nemen. Het aankoopprotocol van DGZ wil de veehouder bewust helpen maken van het belang van een goede bioveiligheid.
Daarnaast is het dankzij dit nieuwe aankoopprotocol mogelijk om dierziekten te monitoren, ondersteuning te bieden voor het IBR-bestrijdingsprogramma (dat verplicht is vanaf januari 2012) en het testen van ziekten als paratuberculose, BVD en neospora te stimuleren. Paratuberculose en boviene virus diarree (BVD) zijn vandaag al koopvernietigende gebreken, terwijl neospora dit binnenkort zal worden.
Uit vroeger onderzoek bleek dat ongeveer één procent van de dieren positief testte op het BVD-virus. “Dit toont eens te meer aan dat BVD-bestrijding één van de hoofdprioriteiten moet zijn op onze rundveebedrijven”, aldus DGZ. Ongeveer 15 procent van de aangekochte runderen testte positief voor IBR gE-antistoffen. Voor paratuberculose scoorde een kleine twee procent van de onderzochte dieren positief op antistoffen, terwijl 11 procent positief scoorde voor neospora. Dierengezondheidszorg Vlaanderen is overtuigd dat het aankoopprotocol bedrijven kan behoeden voor de insleep van deze ziekten.
In het kader van het nieuwe gezondheidsbeleid van het Voedselagentschap worden de stalen van dit vrijwillig aankoopprotocol steekproefsgewijs ook onderzocht op brucellose en leucose. De kostprijs voor deelname aan het protocol bedraagt 25,6 euro per aankoopprotocol per dier. Dankzij een tegemoetkoming van het Sanitair Fonds van ongeveer 50 procent bedraagt de reële kostprijs voor de veehouder slechts 13,6 euro per aankoopprotocol per dier.