ABS vreest klassering 220.000 ha erfgoedlandschap

In juni vorig jaar kondigde de Vlaamse regering aan werk te zullen maken van een decreet voor erfgoedlandschappen. Via een aantal algemene beschermingsvoorschriften zou het de bedoeling zijn om de landschapszorg te integreren in de ruimtelijke ordening. In de praktijk impliceert dit voor de boeren extra beperkingen. "We zijn pleitbezorgers voor waardevolle landschappen, maar de boer mag hier als hoeder over het platteland niet de dupe van worden", aldus ABS-woordvoerder Guy Depraetere in een gesprek met Vilt.

Het landschap in Vlaanderen is ontegensprekelijk een zorgenkind. De woningbouw, industrie en wegenbouw hebben de open ruimte de voorbije decennia flink beknot. "In die optiek heeft de moderne landbouw het landschap en de natuur nog het meest gerespecteerd", aldus Depraetere. "Maar nu worden de boeren weer gestraft doordat 220.000 ha erfgoedlandschap in de pijplijn zitten".

Volgens het ABS zijn de beschermingsvoorschriften in het huidige voorstel een rem op het ondernemerschap van de boer. Zo is sprake van verbodsbepalingen voor drainage, voor het scheuren van grasland en voor het bouwen of verbouwen van bedrijfsgebouwen. De landbouwbedrijven die geconfronteerd worden met een klassering van erfgoedlandschappen kunnen ook niet zomaar verplaatst worden omdat het mestdecreet bepaalt dat een verplaatsing van het bedrijf slechts toegestaan is in een niet-agrarisch gebied, zo luidt het.

Onlangs beloofde de Vlaamse regering om de afbakening van de 750.000 ha agrarische structuur op gelijke voet te plaatsen met de verdere afbakening van VEN-gebieden. "Het is nog maar de vraag hoezeer die agrarische structuur straks uitgehold is naar gebruiksmogelijkheden", zucht Depraetere. "Denk maar aan de 300.000 ha kwetsbare gebieden op vlak van bemestingsbeperkingen, de 102.000 ha Habitatrichtlijn-gebieden, de 92.000 ha Vogelrichtlijn-gebieden, de 75.000 ha verwevingsgebieden, de 50.000 ha valleigebieden, de 50.000 ha ecologisch waardevol agrarisch gebied, etc "