3.500 landbouwers investeren in meer natuur

In de periode van 2000 tot 2006 hebben 3.500 landbouwers een beheerovereenkomst afgesloten. Vlaams minister van Leefmilieu Hilde Crevits onderstreept het belang van de vrijwillige bijdrage van boeren aan de realisatie van het milieu- en natuurbeleid. Daarom heeft ze voor de beheerovereenkomsten die dit en volgend jaar ondertekend worden een bedrag van 16 miljoen euro gereserveerd. Sinds begin dit jaar sloten al 830 landbouwers een nieuwe beheerovereenkomst af.

Het meest succes kennen momenteel de beheerovereenkomsten water (29.600 hectare) en het perceelsrandenbeheer (1.207 hectare). In sommige delen van Vlaanderen kunnen boeren ook een beheerovereenkomst sluiten die gericht is op erosiebestrijding. Als remedie tegen bodemverlies zijn al meer dan 2.100 grasstroken aangelegd, goed voor een areaal van 500 hectare.

De pakketten voor het onderhoud of de aanleg van kleine landschapselementen liggen momenteel iets minder goed in de markt. Ongeveer 800 heggen en 964 houtkanten worden onderhouden met een beheerovereenkomst. Voor het beheer van grasland werd de voorbije vijf jaar een lichte stijging van de interesse opgetekend. Op dit ogenblik bedraagt deze oppervlakte ongeveer 1.600 hectare.

In de eerste programmaperiode voor plattelandsontwikkeling investeerde Europa iets meer dan 34 miljoen euro in de beheerovereenkomsten die de landbouwers in Vlaanderen hebben afgesloten. Vlaanderen deed daar nog eens ruim 36 miljoen euro bovenop. Voor 2008 en 2009 is dus een bedrag van 16 miljoen euro beschikbaar. Om de inspanningen van de landbouwers nog beter te laten renderen, heeft minister Crevits aan de VLM gevraagd om elke aanvraag voor een beheerovereenkomst op het terrein te evalueren. 13 bedrijfsplanners worden over heel Vlaanderen ingezet om landbouwers te begeleiden bij het sluiten van beheerovereenkomsten.

Voor de nieuwe programmaperiode, die loopt van 2007 tot 2013, zijn overigens een aantal nieuwigheden ingevoerd. Zo kunnen met het oog op soortenbescherming nu ook beheerovereenkomsten gesloten worden die gericht zijn op de bescherming van akkervogels. Concreet komt het er op neer dat landbouwers zorgen voor meer voedsel voor volwassen volgens in de winterperiode en voor de jongen in de zomer. Tegelijk wordt getracht het gebrek aan nestgelegenheid en dekking te compenseren.

Voorts heeft Crevits het principe verder uitgebreid waarbij maatregelen jaarlijks op andere percelen kunnen toegepast worden. Deze flexibele aanpak moet toelaten dat de maatregelen goed kunnen ingepast worden in de bedrijfsvoering. Voor de beheerovereenkomsten 'water' bestond deze aanpak al. Landbouwers zullen hetzelfde principe nu ook kunnen toepassen voor de beheerovereenkomsten niet-kerende bodembewerking, directe inzaai en sommige maatregelen die gericht zijn op het beschermen van akker- en weidevogels.

Tot slot werden ook een aantal vergoedingen aangepast. Voor het beheer van bestaande houtige landschapselementen, zowel nieuw aangeplante als bestaande, werd de vergoeding flink opgetrokken. "We willen zo het beeld van onze typische Vlaamse landschappen verbeteren. De landbouwers zijn daarbij de aangewezen partners", aldus Crevits.(KS)