3 tips voor het inwerken van groenbedekkers

Een optimale bodemgezondheid is belangrijk en groenbedekkers spelen hierbij een grote rol. Tijdens een online demonstratie van de begeleidingsdienst B3W deelden landbouwer Stijn Dewulf en adviseur Bram Van Nevel hun ervaringen met de bodemverbeteraar.

20 april 2021  – Laatste update 20 april 2021 13:38
Lees meer over:

Begin 2021 ging de Begeleidingsdienst voor Betere Bodem en Waterkwaliteit (B3W) van start. Het consortium van 11 Vlaamse praktijkcentra, de Bodemkundige Dienst van België (BDB) en het Instituut voor Landbouw- en Visserij- en voedingsonderzoek (ILVO) staat land- en tuinbouwers bij op vlak van bodembeheer en waterkwaliteit. Eind maart stond de eerste digitale activiteit rond het inwerken van groenbedekkers op het programma, waar Stijn Dewulf uit het West-Vlaamse Ledegem er zijn ervaringen deelde.

1. Hou je bodem te allen tijde bedekt

Na de hoofdteelt zaait Dewulf zo vlug mogelijk een groenbedekker in om de bodem constant bedekt te houden. Daarvoor kiest hij een zo rijk mogelijk mengsel van groenbekkers. “Het bedekt houden van de bodem is beter tegen erosie, houdt stikstof vast en draagt bij aan de opbouw van het koolstofgehalte”, zegt Bram Van Nevel, adviseur bij B3W.

Het koolstofgehalte is een zeer belangrijke factor binnen de bodem. Die organische stof zal namelijk een voedingsbodem zijn voor het bodemleven, wat een goede verhouding tussen bodem, water en lucht zal bevorderen. Verder draagt organische stof bij tot een buffer voor voedingselementen waaronder water. Jaarlijks wordt ongeveer 1400 kilogram organische koolstof per hectare afgebroken. Via een goede groenbedekker van een bladrijk type zal ongeveer 500 kilogram organische koolstof effectief aangebracht worden en in het geval van een grasachtige tot een 1200 kilogram.

2. Soortenrijke mengsels hebben veel voordelen

Dewulf kiest voor een soortrijk mengsel met soms 7 tot 8 soorten. Ieder type heeft immers wel een gunstige eigenschap. Zo zal een bladrammenas diep gaan wortelen en eventueel storende lagen doen openbreken en heeft vlas heeft een lange smalle wortel. “Door beworteling op verschillende niveaus te hebben, is er verspreid over het bodemprofiel een impact op het bodemleven en worden storende lagen gebroken”, vertelt Van Nevel. “Aandachtspunt bij een soortenrijk mengsel is wel het ontmengen van het zaad. Je vult de zaaimachine hiervoor best pas bij aankomst op het veld en best per hectare.”

Groenbedekkers zijn op het bedrijf van Dewulf vooral afgesteld op de volgteelt. Is er een delicate volgteelt zoals ajuin, dan kiest hij voor een mengsel dat weinig gewasresten nalaat na de winter. Types als facelia en alexandrijnse klaver vriezen makkelijk stuk en zijn vlot onder te werken in het voorjaar.

3. Laat, waar mogelijk, je oogstresten aan het oppervlak liggen

Als voor de volgteelt geen fijn zaaibed verreist is, blijven de resten van het vanggewas best zoveel mogelijk aan het oppervlak, omdat het bodemleven daar het meest actief is. In die optiek maakte Dewulf op zijn bedrijf ook de omslag naar niet-kerende bodembewerking. “Stijn doet dat vooral om koolstof op te bouwen en zo op termijn minder meststof nodig te hebben”, aldus Van Nevel. “Het opbouwen van koolstof door niet-kerende bodembewerkingen wordt vooral bekomen door het verlagen van de afbraak. Door het minder intensief mengen van de bodem blijft de organische stof beter beschermd tegen afbraak.”

Volgens Stijn Dewulf zorgt ploegen bovendien voor een storende laag, de ploegzool. “Het rijden in de ploegvoor met de tractor is gewoon nefast en je kan de bodem ook op een andere manier beluchten”, vertelt hij. 


Voor meer info, zoals onder andere de presentatie, kan je terecht op de website van B3W. Je kunt de info bekijken door in te loggen met je account. Iedereen kan een account aanmaken.            

Bron: Eigen verslaggeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek