15 jaar Boeren op een Kruispunt: “Zowat élke boer staat vandaag op een kruispunt”

Boeren op een Kruispunt (BoeK) viert zijn vijftienjarig bestaan. De organisatie die boeren helpt hij het heroriënteren van hun bedrijf krijgt meer aanvragen dan ooit, vertellen directrice Els Verté en voorzitter Dirk Lips. “Compromissen die twintig jaar geleden als eerbaar werden aanvaard, zijn vandaag niet meer mogelijk.”

15 september 2022  – Laatst bijgewerkt om 15 september 2022 23:29
Lees meer over:
boek

Boeren op een Kruispunt bestaat 15 jaar. Vertel eens waar jullie vandaan komen?

Dirk Lips: Wij zijn gestart met Boeren op een Kruispunt omdat de toenmalige minister van Landbouw Yves Leterme en zijn kabinet zagen dat er meer vrijemarktwerking op komst was in de landbouw, waardoor een groep uit de markt en uit de boot dreigde te vallen. BoeK moest een vangnet zijn. Het prijzenbeleid werd afgebouwd en er kwam meer blootstelling aan de wereldeconomie en fluctuerende prijzen. Voor sommige bedrijven was dat moeilijk, in de zin dat ze beslissingen moesten nemen. Vandaar ook onze naam: mensen die ooit gestart zijn met het idee om tot hun pensioen te boeren, komen op een kruispunt waar ze keuzes moeten maken.

Sinds 2007 spreken we over een halvering van het aantal boeren in Vlaanderen. Wie klopt er aan bij jullie?

Lips: Het aantal boeren neemt af met 3 procent per jaar, van 1950 tot vandaag is dat niet versneld. Maar aan dat tempo heb je 45 procent minder boeren op 15 jaar natuurlijk.

Els Verté: De gemiddelde leeftijd ligt in de landbouw op 55 plus, maar ook jongere boeren vinden ons, bijvoorbeeld overnemers die na een jaar of 3 tot de conclusie komen dat het niet lukt. Ze komen uit alle sectoren, zowel gangbaar als bio. Het is zo dat de melkveesector de laatste jaren hoog scoorde, maar sedert anderhalf jaar zijn ze echt wel voorbijgestoken door de varkenssector. Dat is nu de sector met het meeste aanvragen. Vroeger kregen we maar een paar aanmeldingen uit fruit- en glastuinbouw, maar met de hoge energieprijzen schiet het ook daar de hoogte in.

Mogen we zeggen dat er een grote correlatie is tussen aanmeldingen bij BoeK en de conjunctuur in een bepaalde sector van de landbouw?

Lips: Energiecrisissen zijn niet nieuw in de landbouw, een paar jaar terug zijn er veel kleine tomatentelers gestopt door de energiekosten. Conjunctuur speelt een rol, maar de randomstandigheden waarin iemand vandaag moet starten als boer zijn minstens even bepalend. Het was in het verleden niet zo dat wij bij een crisis in de varkenshouderij opeens een explosie zagen van aanvragen van varkenshouders. De problemen en bedreigingen van de laatste 2 jaar - het stikstofprobleem, de enorme grondstoffenkosten, enorme energiestijgingen - hebben zo’n immense impact dat we de aanvragen over alle sectoren heen zien omhoog schieten.

Het stikstofprobleem en de enorme grondstoffenkosten en energiestijgingen hebben zo’n immense impact dat we de aanvragen over alle sectoren heen zien omhoog schieten

Dirk Lips - Voorzitter BoeK

Onze lezers kennen jullie natuurlijk, maar kan je nog eens de werking uitleggen van BoeK. Jullie hebben zowel een economische als een psychosociale aanpak.

Verté: We maken een foto van het hele bedrijf. Als er problemen zijn tussen man en vrouw, als je depressief bent, dan heeft dat uiteraard zijn weerslag op het bedrijf, dus het is logisch om ook dat stukje van de puzzel te leggen. Psychologische en sociale aspecten doen we dus ook. We hebben er nu ook een luik dierenwelzijn bij gekregen.

Kan je daar iets meer over vertellen, want dat is relatief nieuw.

Verté: Al te vaak worden onze adviseurs geconfronteerd met situaties waar de boer om financiële of om psychosociale redenen het welzijn van zijn dieren niet meer kan garanderen. Het gebeurt regelmatig dat de bedrijfsdierenarts niet meer ter plaatse wil komen omdat zijn facturen niet meer  worden betaald en er evenmin middelen zijn om bepaalde andere werken te laten uitvoeren die noodzakelijk zijn om het dierenwelzijn te garanderen. Als de boer mentaal diep zit, heeft hij soms de fut niet meer om zijn problemen aan te pakken en zakt steeds dieper weg. Dergelijke situaties zijn voor  boer en dier schrijnend, want ook de boer wil in se natuurlijk dat zijn dieren het goed hebben. Dit kadert in het "one welfare"-concept: als de boer het goed doet, hebben de dieren het goed en als de dieren het goed hebben, dan voelt de boer zich ook goed.

Bij veel boeren zal de attitude dan nog altijd zijn om “kop in kas” harder door te werken. Is er al een mentaliteitsverandering om problemen sneller te bespreken?

Verté: Sowieso is er een groep die zeer moeilijk te bereiken is, maar in de aanmelding merken we wel dat er sneller naar het emotionele verwezen wordt. Dat is een beetje algemeen in de maatschappij: psychologen hebben vandaag heel veel werk, niet alleen in de landbouw. We zien ook dat dat iets meer vanuit de vrouw des huizes, vanuit de boerin gedragen wordt. VABS en FERM zijn stichtende leden bij ons en belangrijk voor onze werking.

Ook dierenwelzijn krijgt meer aandacht: als de boer het goed doet, hebben de dieren het goed en als de dieren het goed hebben, dan voelt de boer zich ook goed

Els Verté - directrice BoeK

Met de afschaffing van het melkquotum en de uitbreiding met mestverwerking is er doorgegaan op de liberalisering van de landbouw. Nu lijkt klimaat en natuur leidend in het beleid.

Lips: Het nieuwe is dat het no-go’s zijn geworden, vroeger werden daar compromissen gesloten om nog steeds aan scherpe prijzen te blijven produceren. Vandaag is de houding meer: we kunnen ons niet permitteren om compromissen te sluiten over klimaat en natuur, het wordt te gevaarlijk voor de toekomstige generaties. Compromissen die 20 jaar geleden als eerbaar werden aanvaard, zijn daardoor vandaag niet meer mogelijk. Zowat élke boer staat daardoor op een kruispunt, verder doen in een rechte lijn lukt niet meer. Moet ik op een andere manier produceren? Wat met mijn investeringen? En vooral: zal ik voor het nieuwe wel de juiste prijs krijgen, want onze boeren zijn nog altijd prijsnemers hé. Dat is lang zo en dat zal niet meteen veranderen.

Dat brengt ons naadloos bij de olifant in de kamer: de stikstofcrisis. Krijgen jullie daar veel vragen over?

Verté: Ja, maar het probleem is dat we daar op dit moment heel moeilijk antwoord kunnen op geven. Juridisch ligt er op dit moment nog niets vast, er is een conceptnota, er is een openbaar onderzoek geweest, maar er is nog altijd niets definitief in wetteksten omgezet… Die onzekerheid is enorm moeilijk voor de boeren, maar ook voor ons om advies te geven. Denk bijvoorbeeld ook aan de uitstapregeling voor de varkenshouders. Ook die is nog altijd niet definitief en ligt nog bij Europa voor advies. De vraag is: hoeveel verlies kan je pakken? Als er veel boeren stoppen, komen er daarna betere tijden voor de blijvers? Op dit ogenblik blijft het koffiedik kijken.

Jullie hebben een goed zicht op een verhaal dat in de stikstofcrisis ook prominent is, namelijk het groeimodel in de landbouw, met een grote schuldhefboom.

Lips: Dat is een heel moeilijke combinatie hé. Men moet groeien in een bepaalde visie op landbouw en voedselproductie. Het beleid laat of liet dat toe hé; we geven alle ontwikkelingskansen aan iedereen. De banken rekenen op een bepaalde manier, je hebt die schaal dan nodig om met steeds dunnere marges uw infrastructuur af te betalen en in een inkomen voor jezelf en je gezin te kunnen voorzien. Hoe groter die schaal wordt, hoe groter de schuldenlast, hoe gevoeliger het inkomen van het gezin is voor die marktfluctuaties, want dat inkomen is de enige buffer. De markt gaat onvermijdelijk fluctueren en het gezinsbudget moet die dalen opvangen...

0

232 Aanmeldingen in 2021

0

184 Aanmeldingen in 2022

Moeten jullie vaak met banken en voederleveranciers onderhandelen over schulden?

Verté: Ja, dat doen we, met allebei. De ene leverancier is al wat inschikkelijker dan de andere. Dat zoeken we dan uit. Soms is er geen andere optie meer dan een faillissement, maar meestal is er veel begrip voor de situatie: als men mogelijkheden ziet met een goed plan, dan gebeurt het wel degelijk dat men interesten laat vallen, betalingsmodaliteiten geeft, enzovoort…

Onze manier van werken is om eerst een doorlichting te doen van de cijfers, dat is vaak niet gemakkelijk om die allemaal te achterhalen. Als het bedrijf behouden kan blijven mits aanpassingen, dan is dat altijd optie één. Soms lukt dat niet: kan de landbouwactiviteit behouden blijven als er een tak wordt afgestoten? Bijvoorbeeld een gemengd bedrijf melkvee-varkenshouderij, dat zonder varkens verder gaat…  Pas in laatste instantie gaat het over stoppen of een faillissement. Soms is een faillissement beter omdat de mogelijkheid bestaat omdat je kwijtschelding van schulden kan krijgen en met een schone lei kan beginnen. Iets totaal anders doen, kan ook een opluchting zijn. Iedere maand een zeker inkomen. Landbouwers, als harde werkers, zijn zeer gegeerd op de arbeidsmarkt…

Bedrijven die moeten stoppen omwille van stikstof zullen correct gecompenseerd worden, klinkt het dan. Maar het is natuurlijk ook een deel identiteit die verloren gaat.

Lips: Wij weten inderdaad hoe belangrijk dat is. Dat landbouwbedrijf – vaak al generaties in de familie - is een deel van de identiteit van de landbouwer. Als dat verdwijnt moet je uw hele zijn gaan herdefiniëren. Daarom proberen we altijd toch voor een oplossing te kiezen waarbij men boer blijft: een paar koeien houden als hobbyboer… je kan blijven meepraten over de landbouw, je blijft in het wereldje.

Jullie krijgen meer middelen in het kader van het actieplan mentaal welbevinden in de landbouw, maar aan de onderliggende stressfactoren – steeds complexere en veranderende regelgeving, weinig inkomenszekerheid – verandert er weinig. Is het dweilen met de kraan open?

Verté: Ik zou het wel niet zo noemen, zowel door de overheid als door de stichtende leden, blijven we waardering voelen. We worden gehoord, ze nemen onze analyse ernstig. Het aantal aanmeldingen stijgt wel nog altijd. Sinds begin dit jaar zijn er 184 nieuwe aanmeldingen. Vorig jaar waren het er 232, maar dat zijn nog geen afgehandelde dossiers. Wij hebben mensen bijgekregen, maar aan dit tempo komt het water weer snel aan onze lippen.

Lips: Wat wij merken is dat de boer nogal sterk het gevoel heeft dat alles boven zijn hoofd wordt beslist en dat men niet naar de praktijk kijkt. Wij kunnen daar niet veel aan doen, helaas. Op de raad van bestuur geven wij soms onze beleidsadviezen, maar dat is niet onze core business.

Tot onze spijt zijn we nog niet overbodig, maar dat moet wel het doel worden

Els Verté - Directrice BoeK

Wat zeggen jullie aan jonge overnemers? Is de korte keten een optie met toekomst?

Lips: De problematiek van de overnemers is ook niet nieuw. Al lang zeggen jongeren: we gaan niet meer in de landbouw. Ouders raden het ook niet bepaald aan, dat is de reden dat 3 procent van de bedrijven stopt. Vandaag zitten we wel echt met merkelijk meer grote onduidelijkheden. Voldoende voedsel blijft wel de primaire behoefte natuurlijk. Meer mensen gaan lokaal produceren en lokaal consumeren, dus dat is mogelijk de weg naar een oplossing. Maar pas ook op: voor veel bedrijven is dat nog niet gematerialiseerd. Veel bedrijven staan voor de existentiële vraag hoe ze de toekomst van hun bedrijf bepalen voor komende 20, 30 jaar. We hebben ook beslissingen nodig, mensen moeten weten waar ze aan toe zijn.

Verté: De korte keten kan een oplossing zijn, maar is niet voor iedere ondernemer of bedrijf geschikt. Wij hebben een dossier gehad van iemand die fantastisch goed vlees verkocht, maar hij deed alleen open op het moment dat het hem paste, was onvriendelijk tegen de klanten, gedoemd te mislukken ondanks goed product. Je kan ook niet in dezelfde straat 5 hoevewinkels hebben, dat gaat niet marcheren. Korteketenverkoop moet je ook niet doen als dat uit financiële noodzaak is: je staat immers voor investeringen. Een melkautomaat kost al snel 8.000 euro… Daarmee ga je je bedrijf niet opeens rendabel maken, al zijn er andere redenen om het wel te doen: sociaal contact, voeling met de klant, enzovoort.

BoeK wordt 15 jaar, maar eigenlijk is het een feestje in mineur… Wat moet er gebeuren?

Verté: Tot onze spijt zijn we nog niet overbodig, maar dat moet wel het doel worden.

Lips: Duidelijk beleid, dat hebben we nu nodig. Dit kan op die plaats, dit kan niet op die plaats. Dat zal een weerspiegeling zijn van het maatschappelijk draagvlak dat er vandaag is. Op de industrieterreinen weten ondernemers wat kan en wat niet kan. In landbouw zou dat even duidelijk moeten zijn. De situatie nu vreet aan het ondernemerschap. Je mag je berekening maken, je kan plannen opmaken… Maar dan nog blijft het een loterij: hier een weigering, daar een toestemming… maar zonder dat er een duidelijk kader is.

Bron: Eigen berichtgeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek