1.174 veehouders dienen stopzettingsdossier in
nieuwsTot 15 juli konden geïnteresseerde varkens-, rundvee- en pluimveehouders aan de Landbouwadministratie laten weten dat ze hun bedrijf willen afbouwen. In ruil krijgen ze een 'stopzettingsvergoeding'. Vlaams minister van Landbouw, Ludo Sannen (Agalev), trekt voor deze 'warme sanering' volgend jaar 52 miljoen euro uit. In totaal gingen 739 rundveehouders, 348 varkenskwekers en 87 pluimveekwekers op het aanbod in. Het ging om de derde -en voorlopig laatste- stopzettingsronde van de Vlaamse regering.
Liefst 70 procent van de varkenshouders die willen stoppen, komen uit West- en Oost-Vlaanderen. Pluimveehouders die het niet meer zien zitten, vind je vooral in Antwerpen, Limburg en West-Vlaanderen. Van de rundveehouders die een aanvraag indienen, komt driekwart uit West-Vlaanderen en Vlaams-Brabant. Als alle aanvragers ook daadwerkelijk hun bedrijf, of een bepaalde tak ervan, stopzetten, telt Oost-Vlaanderen volgend jaar 5 procent minder varkens; Limburg 18 procent minder legkippen en Vlaams-Brabant bijvoorbeeld 4 procent minder rundvee.
Door deze inkrimping van de veestapel komt er via de mest in 2004 5 miljoen kilo stikstof en 2 miljoen kilo fosfaat minder in de bodem, en dus in het water terecht. Door de afbouw van de veestapel zijn de mestoverschotten de voorbije drie jaren reeds gedaald met 10 miljoen kilo stikstof en 4 miljoen kilo fosfaat. De belangrijkste reductie van de mestoverschotten komt echter nog altijd op rekening van de sector zelf door de verwerking en export van mest en door de optimalisering van de voedersamenstelling.
Lees ook: geVILT: "Boeren moet je buigen, niet kraken"
