Zweden start invoer 'schone' bio-ethanol uit Brazilië
nieuwsNet als in de rest van Europa heerste er in Zweden grote scepsis tegen een verhoging van het gebruik van bio-ethanol. De biobenzine van de eerste generatie zou uiteindelijk weinig milieuvoordeel opleveren en tegelijkertijd de voedselvoorziening in gevaar brengen. In eigen land kon de Zweedse regering nog goed toezien op de manier waarop bio-ethanol uit houtafval uit de Zweedse bossen werd gewonnen. Voor de import van bio-ethanol uit Brazilië moesten dan ook minstens dezelfde scherpe duurzaamheidscriteria gelden, zo eiste Stockholm.
De vereniging van Braziliaanse suikerriettelers UNICA stelde een protocol op dat vol staat met voorwaarden waaraan de Braziliaanse ethanol moet voldoen. "Zo moet het vaststaan dat de ethanol van het veld tot aan de auto-uitlaat een nettoreductie van de uitstoot van koolstofdioxide oplevert", zei UNICA-voorzitter Marcos Jank enkele weken geleden op een bio-ethanolcongres in Gothenburg. "Verder mag ons suikerriet niet ten koste gaan van ook maar één vierkante centimeter tropisch regenwoud, is kinderarbeid ten strengste verboden en is er voor de werknemers vrijheid van vereniging vereist".
En zo kwam eind juni een eerste schip met 115 miljoen liter Braziliaanse bio-ethanol in Zweden aan, waar het wordt aangevuld met 15 procent conventionele loodvrije benzine. Het is de bedoeling dat er voortaan regelmatig Braziliaanse tankers met bio-ethanol in de Zweedse havens aanleggen. "Met het gebruik van één procent van de landbouwgrond in Brazilië kunnen we meer dan de helft van ons wagenpark van ruim voldoende bio-ethanol voorzien", zegt de voorzitter van de Braziliaanse suikerriettelers, die dan ook geen enkel gevaar ziet voor de kanibalisering van landbouwgrond die tot nu toe voor de productie van voedingsmiddelen wordt gebruikt.
"Er is landbouwgrond genoeg. En de teelt van suikerriet heeft niet eens erg veel meer landbouwgrond nodig dan het nu gebruikt. Want 80 procent van de verhoging van de productiecapaciteit van suikerriet komt door de forse stijging van de opbrengst per hectare".(KS)
Bron: De Tijd