Zes landen heropenen grenzen voor Belgisch pluimveevlees
Zes landen hebben hun markten voor Belgisch pluimvee opnieuw geopend. Het gaat om Japan, de Verenigde Arabische Emiraten, Thailand, Nieuw-Caledonië, Israël en Marokko. Dat heeft federaal landbouwminister David Clarinval (MR) geantwoord op een parlementaire vraag van CD&V-kamerlid Leen Dierick.
Door de uitbraken van vogelgriep in ons land kondigden 24 derde landen beperkingen af voor de export van Belgisch pluimveevlees. Sinds maart 2021 zijn er evenwel geen nieuwe haarden meer ontdekt bij commerciële pluimveehouderijen. Daardoor kan het Voedselagentschap bij de OIE, de Wereldorganisatie voor Diergezondheid, een zelfverklaring indienen waardoor ons land op 16 augustus de vogelgriepvrij-status opnieuw verkreeg.
Sinds september 2021 hebben zes landen hun grenzen opnieuw geopend voor Belgisch pluimveevlees, maar dat betekent dat 18 landen nog steeds een importban aanhouden. “Het gaat om Zuid-Afrika, Hongkong, Singapore, China, Korea, Cuba, Rusland, Filippijnen, Mexico, Oekraïne, Taiwan, Jordanië, Saoedi-Arabië, Turkije, Suriname, Tunesië, Oman en Koeweit,” verduidelijkte Clarinval.
De minister gaf verder nog aan dat er bijkomende attachés van het Voedselagentschap kunnen nuttig zijn in Zuidoost-Azië, onder meer in Vietnam, Maleisië, Indonesië en Zuid-Korea. “Maar ook in het Midden-Oosten, zoals in Saudi-Arabië, Israël, de Verenigde Arabische Emiraten, Qatar en Koeweit, kan zo’n attaché goed werk leveren. Ook landen zoals Mexico en Brazilië in Zuid-Amerika en landen in de Russische invloedsfeer zoals Kazachstan, Wit-Rusland en Oekraïne komen hiervoor zeker in aanmerking.”
Dierick toont zich tevreden dat er opnieuw export van pluimveevlees mogelijk is naar zes derde landen. “Dat is uitstekend nieuws voor onze pluimveehouders”, klinkt het. Tegelijk juicht ze het initiatief van de minister om meer FAVV-attachés af te vaardigen naar derde landen die voor de export van onze landbouwproducten van groot belang zijn, toe. “Nauw en constructief contact met de plaatselijke overheden en handelsbedrijven is van vitaal belang voor onze Belgische economie”, stelt ze.
“Onze landbouwers kunnen dit duwtje in de rug goed gebruiken. Het is goed dat de minister elke gelegenheid aangrijpt om andere landen te overtuigen van de kwaliteit en veiligheid van onze landbouwproducten”, benadrukt het kamerlid.
Bron: Eigen verslaggeving
